print deze pagina

 
 
deby en de verdwenen pegels
(een sleutel-romance met venijnige trekjes, vooral achterin)
 

Diep in het donkere bos in het hoge houtland, achter een dikke bijna ondoordringbare haag bevindt zich een heel klein dorp. In het midden van dat dorp staat een gebouw, een praathuis, wat heet, een huis waarin juist níét gepraat wordt. Over dat gebouw en de mensen die er in wonen en werken gaat dit verhaal.
Ga er rustig voor zitten lieve lezertjes: het spookt in dit zwijgzame oord.

van bovenaf gezien

Hopelijk vind je dit verhaal niet al te saai, omdat er zo veel in uitgelegd en verklaard en omschreven wordt. Verwacht trouwens geen verhaal dat in één (rechte of kromme) lijn doorloopt, als ik zo kijk naar de stapel aantekeningen van waaruit het verhaal moet komen, slaat de schrik me om het hart, ik hoop dat het verhaal af is voor het einde van de kinderboekenweek, en jullie allemaal weer overgaan tot de orde van de dag.
Vergeef me de moeilijke woorden die af en toe voorkomen, het zijn niet de mijne (op eentje na dan, om stoer te doen). Achter sommige van die woorden staat een vraagteken, daarop kun je klikken voor uitleg (hoewel die af en toe nog ingewikkelder is dan het woord waar het om gaat, zie maar, het is jouw verhaal, ook al schrijf ik het).

Toen ik begon te schrijven, dacht ik dat het een kort verhaal zou worden, maar de woorden bleven maar getikt willen worden (ik werd er bijkans gék van), en toen moest ik er van het verhaal ook nog allerlei afbeeldingen bij zetten, het hield gewoon niet op. Ik mocht niet slapen, kreeg nauwelijks de tijd om wat te eten of te drinken, nee, doorwerken moest ik.
Het verhaal trok zich ook niks aan van het feit dat ik iets voor de jeugd had willen schrijven (in verband met de kinderboekenweek dus), daar kan ik allemaal niet echt blij mee zijn, wat heb je eigenlijk wél zelf in de hand, vraag ik mij af (in gemoede, en anderszins) ...
Ehhh, ik denk dat dit méér dan voldoende inleiding is.

Een heleboel mensen in het dorp in het hart van het donkere bos vinden het goed dat er een huis is, waarin je leert met elkaar te praten, naar elkaar te luisteren en waar je probeert elkaar te begrijpen of ervan te overtuigen dat jij gelijk hebt en niet die ander, of misschien alletwee een beetje.
Een moeilijk woord daarvoor is com-mu-ni-ca-tie.communicatie: Daar zit het begin van het probleem ook, want wat is dat com-mu-nog-wat nu precies voor iets. De vraag is natuurlijk ook of dit gebouw (zolang het zo stilzei je wat? blijft) de aangewezen plek is voor com-mu-ni-dinges.
Ik zal proberen een en ander uit te leggen, maar dan wil ik wel dat je goed oplet en luistert, en niet ondertussen iets anders gaat zitten doen of wegloopt of erdoorheen schreeuwt. Ja, ik weet dat dat moeilijk is, vooral als er Bestuur of Directie voor je naam staat.

overdadig veel zelfkritiekOkee, vertel ik eerst iets over Directie en Bestuur: personen die zo heten, denken heel vaak dat ze niet naar andere mensen hoeven te luisteren, omdat zij 'het gelijk aan hun kant hebben', wat zoveel wil zeggen als dat alles wat uit hun mond komt au-to-ma-tischautomatisch: wáár is, dat niemand daaraan hoeft te twijfelen.
Kijk, zulke mensen weten dus alles al, die hoeven niet meer te luisteren. En als jij denkt dat ze misschien toch wel ergens níét helemaal het juiste van weten, dan zeggen ze tegen jou, dat ze wel willen horen wat ze 'volgens jou althans' nog niet weten, ze 'willen dan in-for-ma-tie',informatie: en vervolgens wordt daar nooit meer naar gevraagd. En als jij het er zelf nog eens over hebt, reageren ze eerst verbaasd 'maar daar hebben we het toch al over gehad' en als je dan durft te zeggen dat dat niet waar is, kun je een grauw en een snauw terug verwachten, of (in een héél uitzonderlijk geval) er komt een opmerking als 'daar moeten we dan maar snel een afspraak over maken' ... je begrijpt, die afspraak komt er nooit, nou ja, misschien de afspraak nog wel, maar dan komt er vast iets tussen zodat het toch niet doorgaat, of jij zit op de afgesproken plaats en tijd te wachten, tot je een ons weegt.

een van de gevelsNu we het toch over gewichten hebben, weet je nog, dat ik aan het begin van het verhaal schreef dat het spookte in dat huis waarin vooral niet gesproken wordt. Wel, daar zal ik je nu iets meer van vertellen: er is namelijk een halve ton pegels verdwenen.
Nu vraag jij je natuurlijk af wat iemand met een halve ton pegels moet. Dat vroegen wij ons ook af. Wij zijn er na heel wat speurwerk achter, en jullie aan het einde van het verhaal ook, maar we willen het een beetje spannend houden, dus we vertellen niet alles ineens. O ja, dat gebouw waar het steeds over gaat, dat heeft een naam, het heet 'deby'.

En er zijn nog een paar dingen die je moet weten: de bewoners van deby denken niet alleen dat ze in het midden van het dorp (en het grote diepe donkere bos) wónen, ze zijn er ook van overtuigd dat hun deby het centrum ís, niet alleen het centrum van het bos, maar het centrum van de hele wereld (voorzover die vanuit een diep donker bos te kennen is).

En nog iets: er is veel meer mis dan die verdwenen pegels, maar daarover later.

een van de gevels

 
 

Ik kan je wel iets meer vertellen over Directie en Bestuur en de andere mee- en tegenspelers in dit verhaal, misschien vind je dat interessant, anders sla je dit stukje maar over.
Het verhaal zélf gaat hier weer verder.

De Directie was iemand die altijd kleren aanhad met een net werkje erin en een rode streep erdoor, in de prachtigste combinaties. Het Bestuur bestond uit figuren die, zo leek het, niet op de grond stonden, maar er een halve meter boven zweefden. Als gevolg daarvan klonken hun stemmen wat ijl of benepen of arrogant of, nou ja, in ieder geval uit de hoogte. Wat ook grappig was, een van die drie had een bijnaam, de Bierkan, drie keer raden waarom, juist.
Die liet ook meestal anderen zijn woorden uitspreken.

dreigend taalgebruik door keramische pit

Zo was er laatst heel even een spanjoolspanjool: die volhield dat hij de Bestuursmond was, terwijl hij pas net kwam kijken (hij was nog geen maand oud).
Een ding klopte wel aan die spanjool, hij paste goed bij Bestuur, want hij was er ook van overtuigd dat hij alles al wist, zonder dat hij ergens navraag naar had gedaan.

De spanjool was ook erg goed in het uitspreken van dreigementen, ja, hijzelf natuurlijk niet, maar die Bestuursmond waar hij zo parmantig mee rondliep in zijn pofbroekje (dat dreigen noemde hij zelf meestal ar-gu-men-te-renargument: en soms omschreef hij zo'n agressieve mo-no-loogmonoloog: zelfs als overleg, je moet maar durven, of zou het gewoon domheid zijn; ik zal je een voorbeeldje geven van zo'n uiterst positieve opmerking: "mannetjes als jij plet ik tussen twee boterhammen en voer ik aan de ratten").

Daaraan had je natuurlijk al kunnen zien dat er van alles niet goed zat in deby, omdat je wel behoorlijk met je handen in het haar moet zitten, als je het aan een versgebakken kleuter overlaat om contacten naar buiten af te bekken, ik bedoel te woord te staan.

Daarnaast waren er natuurlijk de mensen die het wérk déden, want daarvoor moet je nooit bij Directie & Bestuur zijn, die zéggen alleen maar wat er gedaan moet worden, ook al is dat dan het slechtste wat je kunt doen, maar ja, daar zijn ze dan ook D&B voor geworden.
In al die jaren heeft Directie één heus compliment over de werkers geuit: "Dat zijn een stel anarchisten". Wat zoveel wil zeggen als: 'die hebben geen leiding van bovenaf nodig, die doen hun werk goed zonder dat ze bevelen hoeven te krijgen', en wel omdat ze zwaar gemotiveerd zijn (maar dat laatste kan Directie nooit gezegd hebben, zelfs niet bedachtlegitieme reden ).

ongericht geblaat

Genoeg over die praatjesmakers, ik zou het over de harde werkers hebben. Op de eerste plaats hebben we daar Paarse Oogdop, degene die goed is in taal, want die moet het hoge geluid van D&B omzetten in iets wat door de andere werkers begrepen kan worden en wat ook nog een goed resultaat oplevert voor deby. Dat gaat een hele tijd goed, tot D&B op een gegeven moment denken dat ze het zonder Oogdop kunnen, en zelf met de werkers gaan com-mu-ni-ce-ren (althans wat D&B daaronder verstaan) hetgeen uiterst con-tra-pro-duc-tiefcontraproductief: werkt (denk je dat ik geen moeilijke woorden ken) en dan ligt dat natuurlijk aan Oogdop, niet aan D&B, want dat kan niet, D&B kúnnen geen fouten maken, zij zijn D&B.

Degene die het langste in deby woonde, dat moet Dadee wel zijn, maar daar heb ik nu ook niets over te melden. Verder kan het zijn dat er in dit verhaal nog gesproken wordt met of over Zwartje, die op een of andere manier ook iets Bestuur-achtigs had, Te-Bees, waarvan D&B zeiden dat hij een verrader was, de cijfergoochelaar TedeR (die getallen zachtjes, zachtjes in een boekje hield, vasthield eigenlijk), een actiegroep die iets tegen de oprukkende Ratten wil doen, en zelfs een Draak, waarvan niet meer bekend is dan dat hij (zij?) de uitvinder is van de Tactiek Van De Verschroeide Aarde.in gevankelijke afwachting

Dan hebben we nog de zaalwacht HardeBol, de ster zonder pit, die later - nee nee, niet vooruitlopen - waar we later in het verhaal nog meer over zullen vernemen. Eigenlijk is deze figuur een soort apart, want hij is geen D&B en ook geen harde werker in de gebruikelijke zin van het woord (hmm, en dit plaatje had waarschijnlijk ook beter niet hier kunnen staan). Afijn, uiteindelijk leert HardeBol een beetje vliegen, alleen denk ik dat zijn kooi best wat kleiner had gekund.
Waarom mag ik het nu niet vertellen, dat over HardeBol, dat wil ik zo graag, laat me nou ... [het verhaal vindt dat ik me niet zo moet aanstellen, dat ik alleen maar moet tikken wat het verhaal het beste uitkomt]
[sputter, sputter:] dat is toch niet leuk zo.

Even tussendoor: het is bijna niet te geloven, maar die haag om deby heen, die was niet spontaan gegroeid en verwaarloosd, nee, die haag was doelbewust aangelegd, en voor het onderhoud zorgde een hele ploeg raar volk, er zat zelfs een EdelSmid bij (die op dunne plekken in de haag hekwerk met stekels en pinnen monteerde). De leider van die ploeg, deMan, had ooit (samen met een stel anderen) tegen de wereld gezegd: 'jullie moeten allemaal naar deby komen'.
Was dat misschien om uit te vinden of de tekst sterker was dan de haag (of zat daar iets anders achter)? In de loop van de tijd leverde het veel verdoornde bezoekers op (zelfs de werkers moesten zich elke keer door die kunstmatige barrièrebarrière: heenworstelen, en met kapotte kleren en wonden hoefden ze niet bij deby aan te kloppen, uit die onverstoorbare steenklomp kwam dan steevast het antwoord: 'daar kies je toch zelf voor, dat vind je toch fijn'lekker maso ).

Tenslotte zijn er ook personen die van buiten de haag, ja zelfs van ver buiten het diepe donkere bos komen: MeZus, dat is degene die de muren van deby zo mooi beschilderde, dat sommige wanden verkocht werden en nu te zien zijn in andere huizen buiten het grote bos. Als gevolg van dat verkopen moest MeZus betaald worden (het schilderwerk had ze voor niks gedaan), en met dat betalen ging het een en ander mis.
Dat maakte dat op een gegeven moment De Waarder zijn gezicht binnen de haag en zelfs in deby liet zien. Van De Waarder hoef je alleen te weten dat hij een plechtig eiser is die met schrapende tred loopt, zodat iedereen kan horen waar hij binnen gaat. Meestal leidt dat ertoe dat in de huizen die hij bezoekt Schaamte komt en Beloften van Verbetering uitgesproken worden. We weten niet of dat in deby ook gebeurde. De vraag is of dat iets uitmaakt voor de loop van het verhaal.

Er gebeurt nog steeds niet zo gek veel in dit verhaal, vind je wel, waar blijven de pistoolhelden, de boeven met maskers, de rambo's, de terminators en de spokenjagers, en waar blijven de spoken zelf eigenlijk.
Ik zal je een beetje op weg helpen: de pistoolhelden moeten nog worden ingeschakeld, bij de boeven met maskers horen in ieder geval D&B en HardeBol (en misschien ook wel de ploeg die de haag onderhoudt), de spanjool denkt dat hij rambo en terminator tegelijkertijd is, maar hij is een ordinaire boef, de spokenjagers zijn zich aan het verzamelen in een heuse actiegroep, alleen de spoken, daar kan ik nog niet zo veel over kwijt.

Weet je wat het is met spoken, ze zijn er altijd, behalve als je wilt bewijzen dat ze bestaan, dan verschuilen ze zich achter alles en iedereen. Soms zelfs zo erg dat het lijkt of jij iets vreselijk verkeerds hebt gedaan, terwijl je alleen maar even naar de geschilderde muren kwam kijken, omdat je gehoord had dat die zo mooi waren.
Over die muren moet ik je ook nog wat meer vertellen, maar ik weet niet of ik dat nu moet doen, wacht even, wacht, wacht, ... shit, net zag ik dat spook nog, nu is het weer pleite, deby zelf trouwens ook bijna, pleite platzak.
De spanning stijgt, maar er gebeurt nog steeds niet echt iets. Houden we dat zo? Ik hoop van niet, maar met verhalen is het bijna net zoals met spoken, ik zit dan wel te tikken achter mijn computer, maar het verhaal beslist wanneer het verder wil gaan.

We waren in het verhaal verdwaald op het moment dat ik jullie wilde uitleggen wat voor een beest com-mu-ni-ca-tie was. Om niet iedereen op stang te jagen: het volgende stuk is speciaal geschreven voor leden van D&B want die snappen van com-mu-ni-ca-tie helemaal niks, die denken volgens mij dat het een verwerpelijke vorm van gemeenschap is, beesten met twee ruggen of een ander afwijkend voortbrengsel van contact tussen mensen. Het is echter niet een écht beest dat op vier of meer poten rondloopt en andere beesten vangt en opeet, het is een gedragsbeest dat meestal op twee benen rondloopt, maar veel vaker vrijwel bewegingloos zit of ligt. In al die situaties kunnen er geluiden uit het beest komen, die voor andere beesten van dezelfde soort betekenis hebben of juist niet, maar die er voor zorgen dat de andere beesten ook geluiden gaan maken. Zoiets wordt gesprek genoemd, of ook wel con-ver-sa-tieconversatie: en soms dis-cus-sie.discussie:

zwart-wit geschreeuwOm er nu voor te zorgen dat niet iedereen gelijktijdig geluiden gaat maken, zijn er regels afgesproken, gedragsregels en statusregels.
Zo is er een afspraak dat er (in een georganiseerd gesprek) een voorzitter is, de hoogste statusstatus: die iemand in een gesprek kan krijgen; zo iemand moet heel goed kunnen luisteren en begrijpen wat de andere beesten met hun geluiden bedoelen. Niet elk gesprek hoeft dezelfde voorzitter te hebben.

De voorzitter kan de volgorde bepalen waarin de andere beesten hun ar-gu-men-tenargument: mogen uiten (dat is weleens nodig omdat veel beesten denken dat wat zij te vertellen hebben, het enige is wat ertoe doet), soms geeft de voorzitter een samenvatting van waar het gesprek over gaat of zou moeten gaan (het komt namelijk heel af en toe voor dat de geluidsuitingen van de beesten steeds minder te maken hebben met de reden waarom het gesprek in de eerste plaats werd georganiseerd, maar wel veel met hoe het ene beest over het andere denkt: "stomme klootzak" heeft bijvoorbeeld niet zo veel te maken met het juiste gebruik van de in het praathuis opgeslagen pegels, kijk, daar heb je die pegels weer).

Verder maakt de voorzitter niet zo vaak gebruik van zijn of haar eigen geluid: de mening van de voorzitter over het gespreksonderwerp is op geen enkele manier belangrijker dan die van het beest achterin de zaal. En als er eens een voorzitter is, die denkt dat dat wél zo is, dan zou zo'n beest de rol van voorzitter niet mogen hebben.ongestoeld zitten

Om aan te geven dat iemand de rol van voorzitter heeft in een gesprek, wordt dat beest op een aparte plek in de zaal gezet: zij of hij zit met de ogen naar de rest van de zaal toe, de (meeste) andere beesten in de zaal zitten met hun ogen naar de voorzitter toe, zodat alle beesten goed kunnen zien, wat de voorzitter doet (iemand aanwijzen om geluid te maken, in de neus peuteren, geeuwen, wat dan ook).

Soms zitten er nog een paar beesten op dezelfde manier als de voorzitter, naast de voorzitter. Zo'n beestachtig groepje wordt dan forumforum: genoemd.

Nog een belangrijk beest in de zaal is de zaalwacht, HardeBol, maar daar kom ik later nog uitgebreid op terug. Zaalwacht is wél een rol die iemand lange tijd kan hebben.

Dit geheel van beesten, hun rollen, de geluiden die ze met elkaar uitwisselen en hoe ze ter plekke op elkaar reageren, dit alles samen heet com-mu-ni-ca-tie. Wat er na afloop van com-mu-ni-ca-tie gebeurt, is weer een heel andere zaak. In die andere zaak is op een gegeven moment een grote hoeveelheid pegels verdwenen, wel een halve ton, maar er gebeurde in die tijd veel meer in het donker (er waren wel lustig flitsende schermen, een paar, er werd driftig getelefoneerd, tijd in dure kamers met goudverf op brullende muren doorgebracht, en vooral: heel slecht omgegaan met de harde werkers, de eigenlijke bewoners van deby, het praathuis, wat we net zo goed verzwijghuis kunnen gaan noemen).

personeelsbeleid ... personeel?Het gaat nog steeds nergens over.
Goed, wat weten we nu al: er staat een gebouw, deby geheten, in een haag, diep in een bos; in dat deby wordt níét gepraat (in ieder geval niet tussen D&B en de werkers), terwijl dat juist wel zou moeten, het spookt er, er zijn, of waren, tonnen pegels en daarvan is een halve ton verdwenen, en deby heeft, of had, mooie geschilderde muren. Wat doe je met pegels, wat heb je aan een halve ton, wat is het belang van geschilderde muren, waarom wordt er niet gepraat, vragen genoeg, maar antwoorden, ho maar. (Dat van die geschilderde muren, dat begrijp je waarschijnlijk niet, als je hierboven een stuk hebt overgeslagen ... in dat geval heb je ook niet achter de haag gekeken.)

Achter mij staat iemand te lezen wat ik tik. "Kun je dat verhaal niet een beetje achter de vodden zitten," vraagt ze, "dat het een beetje opschiet".
Ik denk het niet (tik ik), verhalen gedragen zich toch net als spoken, zoals ik boven al schreef.
"Ja ja, en moeten wij dan maar gewoon wachten, tot dat spook van een verhaal zich laat zien", hoor ik dan weer achter me.
Ik vermoed van wel (is mijn getikte antwoord).

binnenkomen voor niks
 

Omdat de muren van deby er wat bleekjes bijstonden, kwam Directie lang geleden op het idee om die om de zoveel tijd door een gastschilder in een wisselende stijl te laten overdoen (met in het achterhoofd het idee dat er wellicht wat wandjes verkocht konden worden aan liefhebbers van eigentijdse kleurtaferelen, en een nieuw bleek wandje is snel genoeg teruggepleurd).
Zo kwam ook MeZus aan de beurt, omdat die een prestigieuze SchilderPrijs had gewonnen (en niet voor niks) en die schilderde de wandjes op haar eigen manier over. Toen er voor het eerst mensen naar kwamen kijken (het vernis was net wel of net niet droog) liet zij MeBro (een bekende in denkkringen) een verhaaltje over het Schilderen vertellen, en wat nog niet eerder gebeurd was, geschiedde nu: twee van de kijkers wilden een wandje voor hun eigen huis, papieren zwierig getekend, betaling rap geregeld, wandjes uit deby gehaald vlak voor de volgende overschilderbeurt plaatsvond.
Ho, niet te snel, ik schrijf hierboven wel dat de betaling vlot geregeld werd, maar dat is maar voor de helft waar, nee, voor minder dan de helft zelfs: de twee kopende kijkers zorgden ervoor dat hun betalingsplicht binnen drie weken vervuld was, en vervolgens duurde het heel erg lang voor het bedrag dat bestemd was voor MeZus werd doorgestuurd, aansporingen, herinneringen en aanmaningen leverden enkel leugenachtige antwoorden op: "dat is allang betaald", "de boekhouder heeft het vorige week overgemaakt", "ik heb zojuist de afschrijving de deur uitgedaan", "dat komt vandaag nog in orde", maar geen betaling. Dus toen heeft MeZus De Waarder op pad gestuurd, en die kwam vrijwel meteen terug, met het verschuldigde bedrag en nog behoorlijk wat extra, maar dat extra hield hij zelf, om nieuwe schoenen aan te schaffen en zijn kleren te laten repareren die door de stekelige haag beschadigd waren.

Het lichtschijnsel, dat je bij nacht en ontij op de ramen van deby kunt zien bewegen, en dat leidde tot een ware spokenjacht, is veel simpeler verklaarbaar: het ging hooguit om twee spoken, die elkaar achterna zaten in spelletjes en vreemde kostuums en die verlicht werden door filmbeelden brakende schermen en af en toe een lampje, maar heel vaak betrof het slechts een enkel spook, de geest van HardeBol (dat moet wel, want HardeBol beweerde elders te zijn geweest op de tijden dat de spookverschijningen optraden).

Nu we het toch over HardeBol hebben, hij heeft dan misschien wel behoorlijk met zijn pet gegooid naar alle werk wat hij moest doen en alles wat hij daarnaast naar zich toetrok, "dat doe ik straks wel even, ik ben hier toch", maar hij heeft eigenlijk wel ontzettend hard gewerkt, want hoe kun je het achteroverdrukken van een halve ton pegels anders uitdrukken, dat kost moeite, en die moeite heeft HardeBol zich getroost. Vanuit de gedachte (waarschijnlijk) dat iemand het moest doen heeft hij zich opgeofferd, en daar mocht best wat tegenover staan vond hij zelf, vermoed ik: die nachtelijke avonturen tussen bedekte leeuwen voor twee, uren tv kijken naar vleesmarkten en andere sportevenementen (en daar dan gelijktijdig telefonisch verslag van doen, dat is ook weer werken), mijn keuze van ontspanning zou het niet zijn, maar voor hem voldeed het blijkbaar heel goed, en het was nog wederzijds ook, hij kreeg briefjes dat hij een graag geziene gast was, dus hij bleef teruggaan, ja, niet in z'n eentje natuurlijk, met een zij-tje. En naarmate hij de smaak van het vervreemden van pegels meer te pakken kreeg, nam hij het er tijdens die safari's ook beter van (Constantijn Huygens in 1644 kende een soortgenoot van HardeBol: Jan, waar hij zelfs een kort bewonderend dichtwerkje aan wijddeuytnemend ).

De vraag is hoeveel pegels iemand in een keer (liefst ongezien) kan meetjoepen. Een beperkende factor is de aanwezigheid van andere mensen die kunnen zien dat je je zakken vult, hoewel die natuurlijk maar heel even de andere kant uit hoeven te kijken om een fikse graai in (of beter uit) de ton te kunnen doen. Er bestaat een misverstand over wat pegels nu eigenlijk zijn, laat ik dat even uit de weg ruimen: de pegels waar we het hier over hebben zijn géén peilstreepjes op vochtmaten jij wou toch weten wat een pegel was(en hier bedoel ik nu even niet het soort maten als Bierkan, maar litermaten, peilstokken in waterbassins en dergelijke), het zijn ook geen ijspegels, die in koude tijden aan de goot hangen (niet de goot waar D&B in thuis horen of uit tevoorschijn zijn gekropen, maar de dakgoot aan de rand van je huisbedekking), het zijn betaalmiddelen (zoals voorheen pieken, en dan natuurlijk weer niet het soort dat kerstbomen overziet) en ze zien er min of meer uit zoals hiernaast te zien is (en dat is slechts één van de vijftien hoofdsoorten).

Zo gaat natuurlijk wel heel de charme van de geschiedenis af, pegels zijn gewoon geld, en niet een of ander mysterieus spul dat in speciale halveerbare tonnen bewaard wordt, de spoken zijn betrapt, het zijn er maar één, en het verdwijnen van een halve ton pegels ...
Nou ja, waarom doet niemand daar wat aan, of tegen ... er blijven gelukkig nog wel wat vragen onbeantwoord, zodat het verhaal nog even voort kan, ik was zowaar even blij dat ik al bijna op kon houden met tikken, in een ander leven dan.

De vaste staf van deby (je weet wel, die lui van Directie en Bestuur) wilde dat ook mensen van buiten het bos naar hun centrum van de wereld zouden komen, maar ja, hoe bereik je die, dwars door die ondoordringbare haag en dat diepe donkere bos, dat was een probleem.
Een van de mensen die in deby werkten, ay, nu zeg ik het toch weer verkeerd, een van de mensen die in deby het wérk deden, Paarse Oogdop, wist daar wel een oplossing voor: die kende iemand, ProPer, die een soort namaakhuis kon bouwen (wat op hetzelfde moment overal ter wereld bekeken kon worden), webhuis werd zo'n bouwwerk genoemd, waarin hij dan met foto's en verhalen zou laten zien wat de bedoeling van deby was (voor diegenen onder jullie die het niet precies kunnen zeggen: het doel van deby is laten zien wat com-mu-ni-ce-ren is, en dat deed deby uiteindelijk door daar één groot anti-voorbeeld van te zijn, het klinkt ingewikkelder dan het is, wat er staat is dit: om te laten zien hoe je met elkaar praat kun je het beste niks zeggen, offe, om vriendjes met iemand te worden mep je die het ziekenhuis in of je jat z'n kopieerpaskopiëren ).

Dat vonden ze prachtig, die van D&B, maar het mocht natuurlijk niet teveel kosten, want geld dat wilden ze liever aan andere dingen besteden, aan wijn en borrels en bonussen en hoge salarissen (natuurlijk niet voor de mensen die het werk deden, want die hadden toch geen tijd om het op te maken). En ze gaven elkaar voor een boel geld ook deftige diners die ''planning en beleidsbepaling" werden genoemd volgens het boekje van TedeR (aan diens handschrift was niet te zien of hij zelf aan dat geslemp deelnam, of dat hij achteraf als een kalf de bonnetjes herkauwde).

Oogdop zorgde ervoor dat ProPer voor een vriendenprijsje een fraai webhuis bouwde, waarvan gezegd werd dat het zelfs mooier was dan deby zelf (het tegendeel werd ook gezegd, dus dat zullen we dan maar voor niks in het midden laten).

ProPer leerde Oogdop hoe de kamers van het webhuis het gemakkelijkste schoon te houden waren, maar op een gegeven moment had Oogdop daar geen tijd meer voor en ProPer besloot om, weer voor een vriendenprijsje, het webhuis een keer helemaal op te kuisen en daarna bij te houden.
Oogdop zou doorgeven wanneer er aan welke kamer iets veranderd moest worden en dat zou ProPer dan doen.

een stoofpot als doofpotEn toen werd deby ineens in heel andere kleuren en klanken overgezet, het flitsende karakter werd een ronde kar met wielen die tegen elkaar indraaiden, al met al kwam daar niet zo'n grote vooruitgang uit voortvooruit, terug .

Als gevolg daarvan (de oude kleuren vloekten met de nieuwe) moest het webhuis ook helemaal omgebouwd worden, en dat moest dan voor nog minder dan het eerste vriendenprijsje, en ProPer wilde dat wel doen, maar, zei hij, dan onder een voorwaarde, jullie van deby mogen het webhuis gebruiken zolang ik het bijhoud, maar de manier waarop ik dit huis gebouwd heb, die blijft van mij (dat is goed zei de Directie, zet maar gewoon een stempeltje als bewijs daarvan aan de onderkant van elke deur en raam en wand, zo tegen de plint aan).
De nok van het webhuis werd voorzien van een gelaagd metaaldek, waarvan de belangrijkste tegels voorzien waren van het stempel van ProPer. Zonder die nokpannen verloor het dak en daardoor het hele huis alle glans.

Over het tweede webhuis hebben nooit misverstanden bestaan, dat is onmiskenbaar mooier dan deby, het origineel. Had ProPer nou maar op papier laten zetten dat het huis van hem bleef, want op een gegeven moment wilde hij het huis niet langer schoon houden, omdat hij het niet meer kon harden van de stank van de troep die D&B onder het behang geplakt wilden houden.

Hij schreef een brief aan D&B: "jullie mogen het binnenkort zelf gaan doen, tegen betaling mag je mijn webhuis gebruiken, anders moet je zelf maar een nieuw in elkaar zetten", en weet je wat, dan laten die figuren van D&B door hun 'Bestuursmond', de spanjool-kleuter, zeggen dat het webhuis en alles wat er mee samenhangt van hen is, dat ProPer op kan rotten. Dat Directie indertijd overal stempeltjes op heeft laten zetten, vergeten ze voor het gemak gewoon even. Maar ja, misschien kunnen ze niet lezen en denken dat het een versiering is of dat het bij de verf hoort, zoals 'NAT'-bordjes die iemand is vergeten weg te halen (je weet niet aan welke cri-te-ri-acriterium: iemand moet voldoen om D&B te kunnen worden, want al wat je van die lui merkt is dat ze uit de hoogte blaten, en soms denk ik weleens dat ze met zweepjes zwaaien, maar dat kan ook gewoon verwaaiend spinrag zijn).

Jij zou toch op z'n minst verwachten dat ze ProPer netjes zouden bedanken en zo. Dit is weer een compleet omgekeerd voorbeeld van wat com-mu-ni-ca-tie zou moeten zijn.
Die lui van D&B hadden duidelijk wat vaker aan de activiteiten van deby moeten deelnemen, daar hadden ze wat van kunnen leren, com-mu-ni-ce-ren.

tijd voor een samenvatting:

"Is het daar nu al tijd voor, en waar blijft mijn verhaal dan? En hoe zit het met de pistoolhelden?"
Het spijt me voor je, maar het verhaal laat zich zo traag schrijven, dat ik het steeds voorbij loop, en ik heb wel wat anders te doen dan steeds maar te wachten tot het me weer heeft ingehaald. Om dan, na me een kort stukje verteld te hebben (soms niet meer dan één woord), alweer ver achter me uit het zicht te zijn geraakt.
Sorry verhaal, maar als je écht geschreven wilt worden, heb je je ook een beetje aan je schrijver aan te passen. Ik moet daar zorgvuldig op letten, ik kan niet mijn tempo continu aan jou aan blijven passen, dan kom ik zelf ook nergens meer. Er zijn meer verhalen te schrijven, andere dingen te doen.

"Noem je dat een samenvatting?"
Eh, het was wel de bedoeling om het verhaal daarmee af te sluiten, maar iets anders zat me blijkbaar meer dwars. Probeer ik het gewoon opnieuw op de volgende regel:
      Wat er in eerste instantie uitzag als een spannend verhaal, met vaart en onverwachte wendingen, bleek een opsomming van behoorlijk banale zaken als ladenlichterij, bedreigingen, leugens en ander politiek gekonkel te zijn, gedreven door pegelkoortsige ratten en dom volgersvolk, rattenknechten dus. (Ik weet dat er mensen zijn die ratten als huisdieren houden, maar over dat soort vierpotige spitssnuiters heb ik het hier niet; voor mij trouwens ook geen katten en honden en zo, ik ben mezelf huisdier genoeg.)

"Samenvatting?"
Nou ja, op een bepaalde manier toch ... kijk, dat verhaal is niet echt méér samen te vatten dan in wat je gelezen hebt. De zin hierboven (niet die tussen haakjes, maar die daarvóór) is de rode lijn die door het verhaal zichtbaar is, maar het vat niet de (gepleegde en nagelaten) feiten samen, hoe kan ik dat beter aangeven. Inderdaad, kan ik dat niet beter aangeven?

"Daar is veel voor te zeggen."
Ja, maar laten we dat nu niet hier doen.
 

umme:

Hieronder vind je nog iets met boeken en een ander soort afsluiting. Het lijkt maar niet op te houden, maar dat doet het wel: wat hieronder staat heb ik namelijk al eerder geschreven, dus voor mij hoeft het ook niet helemaal te kloppen met wat ik net in de samenvatting bij elkaar tikte. Als déze zin afloopt, is het voorbij, over en sluiten, finito, the end.

gebruikte boeken:

Met dank aan onder andere de Dikke van Dale (plusversie 1.2a)

ongebruikte literatuur:

Ik ben aan het zoeken, maar heb nog niks gevonden, misschien Alice in Wonderland & Achter de Spiegel (van Lewis Carroll) met die besmurkt grijnzende kat, of De Ontheemde (van Ursula Kroeber LeGuin), of Duin (de hele serie, van Frank Herbert, en de serie erna van zijn zoon en nog iemand).
Wat ik waarschijnlijk zeker niet gebruikt heb zijn de (tot nu toe acht) prachtige stripboeken van Léo over Aldebaran en Betelgeuze.
 

losse woordjes en oneetbare noten:

Die verklaarde zaken zijn er wat meer geworden dan ik eerst dacht, dus die heb ik op een losse bladzijde gezet, déze. Een paar ándere dingen staan ook op aparte bladzijden, maar daar verwijs ik in de tekst al (een paar keer) naar, en als ik dat hier weer ga doen, moet ik het kopje hier vlak boven weer veranderen, en daar heb ik geen zin ín.
Het is 'geen zin ín', en niet 'án', zoals die onFortuinlijke zei. Kijk, die kerel had een prachtige signaalfunctie ("er is iets behoorlijk aan het rotten in dit kwakerland"), en daar hadden ze hem niet voor hoeven afknallen (überhaupt niet trouwens). Wat er met zijn signaal gebeurd is, is helemaal niet zo best: het leverde al twee keer stinkende Balkenbrei op, en alleen maar besluitvorming die duidt op besluiteloosheid en gebrek aan beter (of moet ik zeggen: gebrek aan gezond verstand).
Waar ik naartoe wil is iets heel anders: signaalfunctie prima, maar doe iets mét dat signaal, niet ertégen. Zo kan iemand die 't Hoen heet (volledig oninteressante details daarbij zijn dat die ooit voor Okkie en Provo hobbiede) ook dienen om duidelijk te maken dat er iets mis is met deby (niet met het pand, maar met de D&B die het misleiden), maar trek daar dan de goede conclusie uit, nagel de verantwoordelijken, D&B, aan de schandpaal in plaats van deby met de grond gelijk te maken.

 

onder voorbehoud en ten afscheid:

Als je meent een gelijkenis te hebben gevonden met een bestaande situatie, schrijf die dan toe aan je eigen fantasie, niet aan mij ... zo erg kan het er toch niet aan toegaan in de echte wereld, wat hierboven staat moet wel een verzonnen verhaal zijn.
De originelen van een deel van de tekeningen op deze pagina's zijn © rik kamps.

Tot de volgende kinderboekenweek misschien, tot aan 'n volgend verhaal.
En misschien dat ik dan weer iets kan schrijven, dat voor kinderen leesbaar is en dat écht te maken heeft met het thema, want, zeg nou zelf, voor dit verhaal maakt het helemaal niet uit dat deby midden in een diep donker bos staat, ook in gewone dorpen staan huizen met hekken en hagen eromheen waarin mensen en beesten wonen en werken die niet zo bijster goed bezig zijn. Blijkbaar vond dit verhaal dat het voorrang had op andere verhalen die wel van een diep donker bos afhankelijk zijn (weet je, ik verdenk het verhaal van D&B-aspiratiesaspiratie: ).

wees gegroet,
thony