| ||
| ||
Een heleboel mensen in het dorp in het hart van het donkere bos vinden het goed dat er een huis is, waarin je leert met elkaar te praten, naar elkaar te luisteren en waar je probeert elkaar te begrijpen of ervan te overtuigen dat jij gelijk hebt en niet die ander, of misschien alletwee een beetje. | ||
Okee, vertel ik eerst iets over Directie en Bestuur: personen die zo heten, denken heel vaak dat ze niet naar andere mensen hoeven te luisteren, omdat zij 'het gelijk aan hun kant hebben', wat zoveel wil zeggen als dat alles wat uit hun mond komt au-to-ma-tisch wáár is, dat niemand daaraan hoeft te twijfelen. | ||
Nu we het toch over gewichten hebben, weet je nog, dat ik aan het begin van het verhaal schreef dat het spookte in dat huis waarin vooral niet gesproken wordt. Wel, daar zal ik je nu iets meer van vertellen: er is namelijk een halve ton pegels verdwenen. En er zijn nog een paar dingen die je moet weten: de bewoners van deby denken niet alleen dat ze in het midden van het dorp (en het grote diepe donkere bos) wónen, ze zijn er ook van overtuigd dat hun deby het centrum ís, niet alleen het centrum van het bos, maar het centrum van de hele wereld (voorzover die vanuit een diep donker bos te kennen is). En nog iets: er is veel meer mis dan die verdwenen pegels, maar daarover later. | ||
Ik kan je wel iets meer vertellen over Directie en Bestuur en de andere mee- en tegenspelers in dit verhaal, misschien vind je dat interessant, anders sla je dit stukje maar over. De Directie was iemand die altijd kleren aanhad met een net werkje erin en een rode streep erdoor, in de prachtigste combinaties. Het Bestuur bestond uit figuren die, zo leek het, niet op de grond stonden, maar er een halve meter boven zweefden. Als gevolg daarvan klonken hun stemmen wat ijl of benepen of arrogant of, nou ja, in ieder geval uit de hoogte. Wat ook grappig was, een van die drie had een bijnaam, de Bierkan, drie keer raden waarom, juist. | ||
Zo was er laatst heel even een spanjool die volhield dat hij de Bestuursmond was, terwijl hij pas net kwam kijken (hij was nog geen maand oud). De spanjool was ook erg goed in het uitspreken van dreigementen, ja, hijzelf natuurlijk niet, maar die Bestuursmond waar hij zo parmantig mee rondliep in zijn pofbroekje (dat dreigen noemde hij zelf meestal ar-gu-men-te-ren en soms omschreef hij zo'n agressieve mo-no-loog zelfs als overleg, je moet maar durven, of zou het gewoon domheid zijn; ik zal je een voorbeeldje geven van zo'n uiterst positieve opmerking: "mannetjes als jij plet ik tussen twee boterhammen en voer ik aan de ratten"). Daaraan had je natuurlijk al kunnen zien dat er van alles niet goed zat in deby, omdat je wel behoorlijk met je handen in het haar moet zitten, als je het aan een versgebakken kleuter overlaat om contacten naar buiten af te bekken, ik bedoel te woord te staan. | ||
Daarnaast waren er natuurlijk de mensen die het wérk déden, want daarvoor moet je nooit bij Directie & Bestuur zijn, die zéggen alleen maar wat er gedaan moet worden, ook al is dat dan het slechtste wat je kunt doen, maar ja, daar zijn ze dan ook D&B voor geworden. Genoeg over die praatjesmakers, ik zou het over de harde werkers hebben. Op de eerste plaats hebben we daar Paarse Oogdop, degene die goed is in taal, want die moet het hoge geluid van D&B omzetten in iets wat door de andere werkers begrepen kan worden en wat ook nog een goed resultaat oplevert voor deby. Dat gaat een hele tijd goed, tot D&B op een gegeven moment denken dat ze het zonder Oogdop kunnen, en zelf met de werkers gaan com-mu-ni-ce-ren (althans wat D&B daaronder verstaan) hetgeen uiterst con-tra-pro-duc-tief werkt (denk je dat ik geen moeilijke woorden ken) en dan ligt dat natuurlijk aan Oogdop, niet aan D&B, want dat kan niet, D&B kúnnen geen fouten maken, zij zijn D&B. | ||
Degene die het langste in deby woonde, dat moet Dadee wel zijn, maar daar heb ik nu ook niets over te melden. Verder kan het zijn dat er in dit verhaal nog gesproken wordt met of over Zwartje, die op een of andere manier ook iets Bestuur-achtigs had, Te-Bees, waarvan D&B zeiden dat hij een verrader was, de cijfergoochelaar TedeR (die getallen zachtjes, zachtjes in een boekje hield, vasthield eigenlijk), een actiegroep die iets tegen de oprukkende Ratten wil doen, en zelfs een Draak, waarvan niet meer bekend is dan dat hij (zij?) de uitvinder is van de Tactiek Van De Verschroeide Aarde. Dan hebben we nog de zaalwacht HardeBol, de ster zonder pit, die later - nee nee, niet vooruitlopen - waar we later in het verhaal nog meer over zullen vernemen. Eigenlijk is deze figuur een soort apart, want hij is geen D&B en ook geen harde werker in de gebruikelijke zin van het woord (hmm, en dit plaatje had waarschijnlijk ook beter niet hier kunnen staan). Afijn, uiteindelijk leert HardeBol een beetje vliegen, alleen denk ik dat zijn kooi best wat kleiner had gekund. | ||
Even tussendoor: het is bijna niet te geloven, maar die haag om deby heen, die was niet spontaan gegroeid en verwaarloosd, nee, die haag was doelbewust aangelegd, en voor het onderhoud zorgde een hele ploeg raar volk, er zat zelfs een EdelSmid bij (die op dunne plekken in de haag hekwerk met stekels en pinnen monteerde). De leider van die ploeg, deMan, had ooit (samen met een stel anderen) tegen de wereld gezegd: 'jullie moeten allemaal naar deby komen'. Tenslotte zijn er ook personen die van buiten de haag, ja zelfs van ver buiten het diepe donkere bos komen: MeZus, dat is degene die de muren van deby zo mooi beschilderde, dat sommige wanden verkocht werden en nu te zien zijn in andere huizen buiten het grote bos. Als gevolg van dat verkopen moest MeZus betaald worden (het schilderwerk had ze voor niks gedaan), en met dat betalen ging het een en ander mis. Er gebeurt nog steeds niet zo gek veel in dit verhaal, vind je wel, waar blijven de pistoolhelden, de boeven met maskers, de rambo's, de terminators en de spokenjagers, en waar blijven de spoken zelf eigenlijk. Weet je wat het is met spoken, ze zijn er altijd, behalve als je wilt bewijzen dat ze bestaan, dan verschuilen ze zich achter alles en iedereen. Soms zelfs zo erg dat het lijkt of jij iets vreselijk verkeerds hebt gedaan, terwijl je alleen maar even naar de geschilderde muren kwam kijken, omdat je gehoord had dat die zo mooi waren. We waren in het verhaal verdwaald op het moment dat ik jullie wilde uitleggen wat voor een beest com-mu-ni-ca-tie was. Om niet iedereen op stang te jagen: het volgende stuk is speciaal geschreven voor leden van D&B want die snappen van com-mu-ni-ca-tie helemaal niks, die denken volgens mij dat het een verwerpelijke vorm van gemeenschap is, beesten met twee ruggen of een ander afwijkend voortbrengsel van contact tussen mensen. Het is echter niet een écht beest dat op vier of meer poten rondloopt en andere beesten vangt en opeet, het is een gedragsbeest dat meestal op twee benen rondloopt, maar veel vaker vrijwel bewegingloos zit of ligt. In al die situaties kunnen er geluiden uit het beest komen, die voor andere beesten van dezelfde soort betekenis hebben of juist niet, maar die er voor zorgen dat de andere beesten ook geluiden gaan maken. Zoiets wordt gesprek genoemd, of ook wel con-ver-sa-tie en soms dis-cus-sie. Om er nu voor te zorgen dat niet iedereen gelijktijdig geluiden gaat maken, zijn er regels afgesproken, gedragsregels en statusregels. De voorzitter kan de volgorde bepalen waarin de andere beesten hun ar-gu-men-ten mogen uiten (dat is weleens nodig omdat veel beesten denken dat wat zij te vertellen hebben, het enige is wat ertoe doet), soms geeft de voorzitter een samenvatting van waar het gesprek over gaat of zou moeten gaan (het komt namelijk heel af en toe voor dat de geluidsuitingen van de beesten steeds minder te maken hebben met de reden waarom het gesprek in de eerste plaats werd georganiseerd, maar wel veel met hoe het ene beest over het andere denkt: "stomme klootzak" heeft bijvoorbeeld niet zo veel te maken met het juiste gebruik van de in het praathuis opgeslagen pegels, kijk, daar heb je die pegels weer). Verder maakt de voorzitter niet zo vaak gebruik van zijn of haar eigen geluid: de mening van de voorzitter over het gespreksonderwerp is op geen enkele manier belangrijker dan die van het beest achterin de zaal. En als er eens een voorzitter is, die denkt dat dat wél zo is, dan zou zo'n beest de rol van voorzitter niet mogen hebben. Om aan te geven dat iemand de rol van voorzitter heeft in een gesprek, wordt dat beest op een aparte plek in de zaal gezet: zij of hij zit met de ogen naar de rest van de zaal toe, de (meeste) andere beesten in de zaal zitten met hun ogen naar de voorzitter toe, zodat alle beesten goed kunnen zien, wat de voorzitter doet (iemand aanwijzen om geluid te maken, in de neus peuteren, geeuwen, wat dan ook). Soms zitten er nog een paar beesten op dezelfde manier als de voorzitter, naast de voorzitter. Zo'n beestachtig groepje wordt dan forum genoemd. Nog een belangrijk beest in de zaal is de zaalwacht, HardeBol, maar daar kom ik later nog uitgebreid op terug. Zaalwacht is wél een rol die iemand lange tijd kan hebben. Dit geheel van beesten, hun rollen, de geluiden die ze met elkaar uitwisselen en hoe ze ter plekke op elkaar reageren, dit alles samen heet com-mu-ni-ca-tie. Wat er na afloop van com-mu-ni-ca-tie gebeurt, is weer een heel andere zaak. In die andere zaak is op een gegeven moment een grote hoeveelheid pegels verdwenen, wel een halve ton, maar er gebeurde in die tijd veel meer in het donker (er waren wel lustig flitsende schermen, een paar, er werd driftig getelefoneerd, tijd in dure kamers met goudverf op brullende muren doorgebracht, en vooral: heel slecht omgegaan met de harde werkers, de eigenlijke bewoners van deby, het praathuis, wat we net zo goed verzwijghuis kunnen gaan noemen). Het gaat nog steeds nergens over. | ||
Achter mij staat iemand te lezen wat ik tik. "Kun je dat verhaal niet een beetje achter de vodden zitten," vraagt ze, "dat het een beetje opschiet". | ||
Omdat de muren van deby er wat bleekjes bijstonden, kwam Directie lang geleden op het idee om die om de zoveel tijd door een gastschilder in een wisselende stijl te laten overdoen (met in het achterhoofd het idee dat er wellicht wat wandjes verkocht konden worden aan liefhebbers van eigentijdse kleurtaferelen, en een nieuw bleek wandje is snel genoeg teruggepleurd). Het lichtschijnsel, dat je bij nacht en ontij op de ramen van deby kunt zien bewegen, en dat leidde tot een ware spokenjacht, is veel simpeler verklaarbaar: het ging hooguit om twee spoken, die elkaar achterna zaten in spelletjes en vreemde kostuums en die verlicht werden door filmbeelden brakende schermen en af en toe een lampje, maar heel vaak betrof het slechts een enkel spook, de geest van HardeBol (dat moet wel, want HardeBol beweerde elders te zijn geweest op de tijden dat de spookverschijningen optraden). Nu we het toch over HardeBol hebben, hij heeft dan misschien wel behoorlijk met zijn pet gegooid naar alle werk wat hij moest doen en alles wat hij daarnaast naar zich toetrok, "dat doe ik straks wel even, ik ben hier toch", maar hij heeft eigenlijk wel ontzettend hard gewerkt, want hoe kun je het achteroverdrukken van een halve ton pegels anders uitdrukken, dat kost moeite, en die moeite heeft HardeBol zich getroost. Vanuit de gedachte (waarschijnlijk) dat iemand het moest doen heeft hij zich opgeofferd, en daar mocht best wat tegenover staan vond hij zelf, vermoed ik: die nachtelijke avonturen tussen bedekte leeuwen voor twee, uren tv kijken naar vleesmarkten en andere sportevenementen (en daar dan gelijktijdig telefonisch verslag van doen, dat is ook weer werken), mijn keuze van ontspanning zou het niet zijn, maar voor hem voldeed het blijkbaar heel goed, en het was nog wederzijds ook, hij kreeg briefjes dat hij een graag geziene gast was, dus hij bleef teruggaan, ja, niet in z'n eentje natuurlijk, met een zij-tje. En naarmate hij de smaak van het vervreemden van pegels meer te pakken kreeg, nam hij het er tijdens die safari's ook beter van (Constantijn Huygens in 1644 kende een soortgenoot van HardeBol: Jan, waar hij zelfs een kort bewonderend dichtwerkje aan wijdde). De vraag is hoeveel pegels iemand in een keer (liefst ongezien) kan meetjoepen. Een beperkende factor is de aanwezigheid van andere mensen die kunnen zien dat je je zakken vult, hoewel die natuurlijk maar heel even de andere kant uit hoeven te kijken om een fikse graai in (of beter uit) de ton te kunnen doen. Er bestaat een misverstand over wat pegels nu eigenlijk zijn, laat ik dat even uit de weg ruimen: de pegels waar we het hier over hebben zijn géén peilstreepjes op vochtmaten (en hier bedoel ik nu even niet het soort maten als Bierkan, maar litermaten, peilstokken in waterbassins en dergelijke), het zijn ook geen ijspegels, die in koude tijden aan de goot hangen (niet de goot waar D&B in thuis horen of uit tevoorschijn zijn gekropen, maar de dakgoot aan de rand van je huisbedekking), het zijn betaalmiddelen (zoals voorheen pieken, en dan natuurlijk weer niet het soort dat kerstbomen overziet) en ze zien er min of meer uit zoals hiernaast te zien is (en dat is slechts één van de vijftien hoofdsoorten). Zo gaat natuurlijk wel heel de charme van de geschiedenis af, pegels zijn gewoon geld, en niet een of ander mysterieus spul dat in speciale halveerbare tonnen bewaard wordt, de spoken zijn betrapt, het zijn er maar één, en het verdwijnen van een halve ton pegels ... De vaste staf van deby (je weet wel, die lui van Directie en Bestuur) wilde dat ook mensen van buiten het bos naar hun centrum van de wereld zouden komen, maar ja, hoe bereik je die, dwars door die ondoordringbare haag en dat diepe donkere bos, dat was een probleem. Dat vonden ze prachtig, die van D&B, maar het mocht natuurlijk niet teveel kosten, want geld dat wilden ze liever aan andere dingen besteden, aan wijn en borrels en bonussen en hoge salarissen (natuurlijk niet voor de mensen die het werk deden, want die hadden toch geen tijd om het op te maken). En ze gaven elkaar voor een boel geld ook deftige diners die ''planning en beleidsbepaling" werden genoemd volgens het boekje van TedeR (aan diens handschrift was niet te zien of hij zelf aan dat geslemp deelnam, of dat hij achteraf als een kalf de bonnetjes herkauwde). Oogdop zorgde ervoor dat ProPer voor een vriendenprijsje een fraai webhuis bouwde, waarvan gezegd werd dat het zelfs mooier was dan deby zelf (het tegendeel werd ook gezegd, dus dat zullen we dan maar voor niks in het midden laten). ProPer leerde Oogdop hoe de kamers van het webhuis het gemakkelijkste schoon te houden waren, maar op een gegeven moment had Oogdop daar geen tijd meer voor en ProPer besloot om, weer voor een vriendenprijsje, het webhuis een keer helemaal op te kuisen en daarna bij te houden. En toen werd deby ineens in heel andere kleuren en klanken overgezet, het flitsende karakter werd een ronde kar met wielen die tegen elkaar indraaiden, al met al kwam daar niet zo'n grote vooruitgang uit voort. Als gevolg daarvan (de oude kleuren vloekten met de nieuwe) moest het webhuis ook helemaal omgebouwd worden, en dat moest dan voor nog minder dan het eerste vriendenprijsje, en ProPer wilde dat wel doen, maar, zei hij, dan onder een voorwaarde, jullie van deby mogen het webhuis gebruiken zolang ik het bijhoud, maar de manier waarop ik dit huis gebouwd heb, die blijft van mij (dat is goed zei de Directie, zet maar gewoon een stempeltje als bewijs daarvan aan de onderkant van elke deur en raam en wand, zo tegen de plint aan). Over het tweede webhuis hebben nooit misverstanden bestaan, dat is onmiskenbaar mooier dan deby, het origineel. Had ProPer nou maar op papier laten zetten dat het huis van hem bleef, want op een gegeven moment wilde hij het huis niet langer schoon houden, omdat hij het niet meer kon harden van de stank van de troep die D&B onder het behang geplakt wilden houden. Hij schreef een brief aan D&B: "jullie mogen het binnenkort zelf gaan doen, tegen betaling mag je mijn webhuis gebruiken, anders moet je zelf maar een nieuw in elkaar zetten", en weet je wat, dan laten die figuren van D&B door hun 'Bestuursmond', de spanjool-kleuter, zeggen dat het webhuis en alles wat er mee samenhangt van hen is, dat ProPer op kan rotten. Dat Directie indertijd overal stempeltjes op heeft laten zetten, vergeten ze voor het gemak gewoon even. Maar ja, misschien kunnen ze niet lezen en denken dat het een versiering is of dat het bij de verf hoort, zoals 'NAT'-bordjes die iemand is vergeten weg te halen (je weet niet aan welke cri-te-ri-a iemand moet voldoen om D&B te kunnen worden, want al wat je van die lui merkt is dat ze uit de hoogte blaten, en soms denk ik weleens dat ze met zweepjes zwaaien, maar dat kan ook gewoon verwaaiend spinrag zijn). Jij zou toch op z'n minst verwachten dat ze ProPer netjes zouden bedanken en zo. Dit is weer een compleet omgekeerd voorbeeld van wat com-mu-ni-ca-tie zou moeten zijn. tijd voor een samenvatting:"Is het daar nu al tijd voor, en waar blijft mijn verhaal dan? En hoe zit het met de pistoolhelden?"
"Noem je dat een samenvatting?" "Samenvatting?" "Daar is veel voor te zeggen." umme:Hieronder vind je nog iets met boeken en een ander soort afsluiting. Het lijkt maar niet op te houden, maar dat doet het wel: wat hieronder staat heb ik namelijk al eerder geschreven, dus voor mij hoeft het ook niet helemaal te kloppen met wat ik net in de samenvatting bij elkaar tikte. Als déze zin afloopt, is het voorbij, over en sluiten, finito, the end. gebruikte boeken:Met dank aan onder andere de Dikke van Dale (plusversie 1.2a) ongebruikte literatuur:Ik ben aan het zoeken, maar heb nog niks gevonden, misschien Alice in Wonderland & Achter de Spiegel (van Lewis Carroll) met die besmurkt grijnzende kat, of De Ontheemde (van Ursula Kroeber LeGuin), of Duin (de hele serie, van Frank Herbert, en de serie erna van zijn zoon en nog iemand).
losse woordjes en oneetbare noten:Die verklaarde zaken zijn er wat meer geworden dan ik eerst dacht, dus die heb ik op een losse bladzijde gezet, déze. Een paar ándere dingen staan ook op aparte bladzijden, maar daar verwijs ik in de tekst al (een paar keer) naar, en als ik dat hier weer ga doen, moet ik het kopje hier vlak boven weer veranderen, en daar heb ik geen zin ín. | ||
onder voorbehoud en ten afscheid:Als je meent een gelijkenis te hebben gevonden met een bestaande situatie, schrijf die dan toe aan je eigen fantasie, niet aan mij ... zo erg kan het er toch niet aan toegaan in de echte wereld, wat hierboven staat moet wel een verzonnen verhaal zijn. Tot de volgende kinderboekenweek misschien, tot aan 'n volgend verhaal. wees gegroet, |