5

 ...

heel ver voor zich zagen ze een groepje bomen en ze hoorden water klotsen.
ze gingen zo snel mogelijk die kant op en toen ze dichterbij kwamen, zagen ze erg vreemde bomen, zoals ze die nog nooit gezien hadden.   ook zagen ze een monsterlijk wezen met zes armen, dat water dronk.

hoog boven hen was een lief, trillend geluid te horen en toen ze omhoog keken, zagen ze wel duizend kleine diertjes die naar beneden kwamen vliegen.   die diertjes kwamen van heel hoog, misschien wel van boven de wolken.   die diertjes zullen het ook wel heet gehad hebben, en dan kwamen ze natuurlijk naar beneden om te drinken of te zwemmen.

beppa en fot waren niet de enigen die dat lieve geluid gehoord hadden; het monster met de zes armen draaide zijn hoofd om en met die zes armen ving hij zoveel mogelijk van die kleine beestjes.
hij brak ze door en gooide ze op de grond op een grote hoop.

fot zei tegen beppa: "dit kan niet goed zijn, dat monster met zijn zes armen is slecht, het is een moordenaar, en moordenaars moeten gestraft worden".
"als je maar voorzichtig bent", zei beppa.   fot reed-liep naar het monster toe en vroeg: "waarom maak jij die beestjes dood, monster?"
het monster antwoordde met een heel norse stem: "ze maken lawaai; als ik drink moet het rustig zijn, en jij moet je er niet mee bemoeien".
en het monster sloeg met een van zijn zes armen fot in zijn gezicht, zó hard, dat fot achterover viel.

fot probeerde overeind te komen en beppa hielp hem.
de meeste beestjes waren niet door het monster gevangen en vermoord en die beestjes vluchtten weg.

"blijf nou hier", zei beppa, maar fot wilde het monster straffen.

na een heel lang gevecht lukte het fot om de armen van het monster in de knoop te leggen.   hij bond het monster met zijn eigen armen aan een boom vast en zei: "als we in biekenland komen, zullen we wel iemand sturen om je op te halen.   ondertussen blijf je hier ... je zit niet zó vast, dat je niet kunt drinken, dus doodgaan zul je niet".
daarna begroeven fot en beppa de arme diertjes, die door het monster vermoord waren.

ze dronken en ze wasten zich om het stof kwijt te raken en om wat af te koelen, en ze reden weer verder.