8

 ...

ze vlogen over bijna alle huizen heen, haast naar de andere kant van de stad.
onderweg kwamen ze nog andere vogeltaxi's tegen en ze konden zien hoe de huizen er ongeveer uitzagen.
fot en beppa zagen dat bij alle huizen boven op het dak een grote kring geschilderd was met een P erin, de P van parkeren.

naast die parkeerkring was een grote opening.
die opening was de enige ingang.
bij die opening begon bij elk huis een trap, die tot op de bodem van dat huis doorliep.
er waren geen twee huizen met dezelfde trap; elk huis had een trap die je in niet één ander huis zag.
je had trappen-met-overlopen, wenteltrappen, trappen-met-bochten, schildersladders, touwladders en klimrekken en klimpalen en klimtouwen en vele andere soorten.

er waren veel huizen met planten, vooral in die huizen, waar de trap uit meerdere delen bestond.
niet alle huizen waren even hoog gebouwd, dat zou immers te saai worden.
alleen de huizen die vlakbij de poorten stonden waren allemaal even hoog, met andere woorden, alleen de huizen aan de rand van de stad hadden even lange staan-palen.

de taxivogels zagen geen van de gezochte bieken in de buurt en daarom vlogen ze maar terug naar de poort, waar beppa en fot doorheen gekomen waren, toen ze de stad ingingen.
daar lieten de vogels de mensen los en daar hebben ze toen een heel lang gesprek gehad met elkaar, de vogels en de mensen.