9

fot en beppa stonden nog steeds bij de poort met hun vogeltaxi's te praten.

het rook bij de poort eigenlijk helemaal niet lekker.
beppa zei tegen fot: "in de stad, boven de huizen, rook het veel lekkerder".
ze keken naar buiten en zagen toen vieze, vette, stinkende wolken boven de bergen uitkomen.

wat lag er achter die bergen?
waar kwam die vieze lucht vandaan?

de taxivogels zeiden: "die fuile wolke kome fan jullie land af, fan het land fan de mense".
"komt die stank van ons land af?" vroegen fot en beppa tegelijkertijd.
"sjewèl, en al onse plante chaan er kapot fan", zei de vogel die met beppa had rondgevlogen.
"dat klopt", zei de andere, "froecher was het hier een echte tuin buite de stad, maar nu is het een woestijn cheworde, omdat jullie land fan die fiese rook maakt ... hé kijk, daar komt jon aan, de soon van onse keiser".

"dag, jongeheer jon", zeiden de twee vogels op hetzelfde moment.
"dag leo, dag ton, hebben jullie paul gezien? ... nee? ... is ook eigenlijk niet zo erg, want daarom ben ik eigenlijk niet hier ... pa heeft gehoord, dat er twee mensen zijn gekomen om met hem te praten, zijn dat deze twee hier?"
"sjewèl", zei de vogel die leo heette.
"pakken jullie ze dan maar op en vlieg maar achter me aan, dan zal ik wel laten zien waar pa zit", zei jon.
en jon gleed weg, heel snel.


 ...

het enige wat hij deed, was heel vlug met zijn handen ronddraaien.
leo vloog hem achterna met beppa tussen zijn poten en ton volgde hem met fot.
hoe verder ze weggingen van de poort, hoe lekkerder het overal rook.

het begon al donker te worden en jon zei: "pa zal waarschijnlijk wel zeggen, dat het tijd wordt om te gaan rusten en dat jullie dan morgenvroeg veel beter en langer kunnen praten ... hier is het; in dit huis zit pa op jullie te wachten, mensen.   leo, als je klaar bent, kom je mij dan even ophalen?"
"okee, jongeheer jon", zei leo en vloog met beppa naar boven.
ton en fot waren daar al.
ton zei tegen fot: "hier, die trap af en dan find je de keiser fanselfers ... rust rustich fannacht".
"hetzelfde", zei fot, en beppa zei tegen leo: "welterusten, leo, en bedankt".
"geen dank, dame, en rust rustich".