tempelschildJoost wandelde terug naar de tempel om te proberen de deursteen weg te krijgen, en om er achter te komen wat het beeldschrift betekende. Eerst probeerde Joost of hij de tekeningetjes kon lezen: "Dat daar linksbovenaan is, denkelijk, deze tempel met zijn glinsterende dak. Daaronder staat een soort lijkkist op een affuit, dan een arm, in zijn hand heeft hij een koningsstaf, en daaronder, die zigzagstreep, dat is natuurlijk water. Het is duidelijk dat daar staat: In deze tempel ligt begraven een koning die verdronken is. Die kop met die hoorn zal wel een of andere god zijn, en het oog en die cirkels, o, daar staat dat die god rondkijkt. En de rest moet dan betekenen dat er onder het deksel van de kist een koning ligt die kan schrijven en bij hem liggen boekrollen. Mooi zo, dat weten we dan ook weer".

Joost nam de tekentjes over in een schrift en zette er bij wat hij dacht dat het betekende. Toen vond hij dat hij genoeg tijd had besteed aan de buitenkant van de tempel en dat het tijd werd dat hij erin kwam. Eerst probeerde hij of hij de deur naar buiten kon trekken door hem aan de rand vast te pakken, en toen dat niet lukte, begon hij op alle mogelijke punten tegen de steen te duwen.

"Stoppe, stoppe, nee doen", hoorde Joost iemand roepen.
Hij stopte met duwen en keek om naar waar het geluid vandaan kwam.