De avond viel, terwijl buiten de storm met onverminderde kracht voortraasde. De professor en Joost lagen voortdurend te woelen in hun slaapzakken, en toen ze de volgende morgen opstonden, hadden ze allebei het idee dat ze die nacht bijna geen oog hadden dicht gedaan.

De prof zei: "Ik heb natuurlijk wèl geslapen, want ik heb zelfs gedroomd: In mijn droom liep ik hard door de tempel en achter mij liep met dreunende voetstappen het beeld van Igwanóndo, terwijl zijn adem in mijn nek floot. Natuurlijk is daar een heel logische verklaring voor: Zowel het dreunen van zijn voeten als zijn fluitende adem heb ik onbewust overgenomen van de storm die om de tempel raast. Ik kan me zo'n zelfde soort droom van vroeger nog herinneren: Ik denk dat ik toen zes of zeven jaar was, en de straat voor ons huis was opgebroken. Ik droomde dat ik in een of ander vreemd land iets had gedaan, wat daar een misdaad was, en daarom moest ik voor de rechter verschijnen. achtervolging met kogel Dat was niet zomaar een rechter, zoals bij ons, van die nietszeggende papierwurmen, nee, het was de koning zelf die wel eens even zou uitmaken of ik straf had verdiend. Ik zei tegen hem, dat ik het niet gedaan had, of beter, dat ik niet wist dat het in zijn land niet mocht.

'Niets mee te maken', zei hij, 'je hebt het gedaan en je straf is', hij wachtte even en draaide zich lachend om naar de gedrochten die rond zijn troon zaten en stonden, 'je straf is, je krijgt 'n kogel, je krijgt een kanónskogel door je kop. Ze komen je zo halen', zei hij en hij blies op een fluitje. Plotseling was de hele zaal vervuld van een gedreun alsof er een heel leger kwam aanmarcheren om mij mee te nemen. Op het moment dat de soldaten me wilden oppakken, werd ik gelukkig wakker, maar het gedreun hield niet op, het kwam van buiten en toen ik voorzichtig door de ramen keek, zag ik dat de gemeente-arbeiders bezig waren de grond in de straat aan te stampen met die luchtdrukdingen, kom, hoe heten die krengen ook alweer, ze maken ongeveer dit geluid: Bóém-plok, bóém-plok, bóém-plok".

"Pneumatische hamers, geloof ik", zei Joost, "maar is het je trouwens al opgevallen dat jouw dreunende en fluitende god buiten zijn mond dicht houdt? Zullen we eens gaan kijken of de storm meer heeft gedaan dan alleen maar geblazen en met zand gespeeld? Ik ga in ieder geval, want ik wil eindelijk wel eens uit dat groene licht, ik word er zo langzamerhand gek van".

"Ik ga met je mee, want ik wil wel eens zien, wat die Igwanezen ondertussen uitgevoerd hebben. Misschien zijn ze er wel vandoor met de landrover en dan zitten we hier mooi vast".