waarin we kennis maken met missel en het land waarin ze geboren is.



missel vliegt dichtbij een bergtopmissel is net zo'n vogel als ik.
ze is heel mooi en houdt ontzettend veel van zwemmen, maar ja, alle vogels houden van zwemmen en alle vogels zijn mooi.

de eerste keer dat ik missel zag, zat ik in een groot vliegtuig dat over de bergen naar spanje vloog.

hoe ze heette wist ik toen nog niet.
o, jullie weten nog niet eens hoe ik heet: mijn naam is toeke.

haar naam kwam ik later pas te weten: drie dagen nadat ik haar in het vliegtuig gezien had zat ik in een bus, die met nog heel veel andere toeristen naar andorra reed; die andere toeristen waren niet allemaal vogels zoals ik, maar er waren ook andere dieren bij, zoals herten en paardjes.
andorra is een klein landje in de bergen tussen frankrijk en spanje.
dat landje is erg prachtig en je vindt er alleen maar bergen en dalen, en bossen en meren.
omdat het er zo prachtig is, wilde ik daarheen.

toen de bus door de bergen reed, zag ik missel tussen de bergtoppen doorvliegen.

even later stopte de bus bij een herberg, waar alle toeristen hun brood en brokken konden opeten en melk en thee en koffie konden krijgen.
toen heb ik met de chauffeur afgesproken, dat ik daar zou blijven en dat hij me een week later zou ophalen.

toen de bus even later wilde doorrijden, ben ik dus niet ingestapt.
de andere toeristen gingen wel allemaal mee.
de bus reed weg en ik ging in de bergen wandelen.

toen ik zo een tijdje gewandeld had, kwam missel naar me toe.
ze ging naast me lopen en vertelde me haar naam.
ik zei dat ik toeke heette.
ze vroeg wat ik in andorra kwam doen en toen zei ik dat ik vakantie had en dat ik andorra mooi vond en dat ik daarom in andorra mijn vrije dagen wilde doorbrengen.
missel vertelde me dat ze in andorra geboren was en dat ze nooit ergens anders heen wilde gaan, zelfs niet als ze vakantie had.
missel zat al op de grote school.

toen vroeg missel waar ik 's nachts zou gaan slapen, want het werd al een beetje donker.
"gewoon, hier in de bergen", zei ik.
"maar toeke, dat kan toch niet, het is hier 's nachts erg koud", zei missel, "ga maar met mij mee, dan kun je bij ons thuis wel slapen, dat mag best van mijn vader en moeder".
toen vroeg ik: "denk je echt dat dat mag?"
"o ja, mama vindt het heel fijn als er andere vogels komen logeren", zei missel.
en toen vloog missel weg en ik vloog maar snel met haar mee, want het was al veel kouder dan een uur daarvoor...
bij de ingang van het grote hol
na een half uurtje vliegen, landde missel voor een groot hol in een berg en toen ik ook op de rots stond, wandelden we het hol in.

op de berg stonden naast de ingang van het hol twee grote letters: V en S; dat is een afkorting voor vogelstad.
onder die letters had iemand met verf een tekst gekalkt.
het was nog net te lezen: wat vogel jij?
missel zag waar ik naar keek en ze zei: "dat heeft een domoor gedaan, hij weet zelf niet eens meer wat het betekent, en waarom hij het deed, heeft hij helemaal nooit geweten".

overal in de rondte hingen bolhuizentoen wandelden we eigenlijk het hol pas in; eerst liepen we door een lange gang en daarna kwamen we in een grote grot.
in die grot was het erg warm.
aan de zijkanten van die grot hingen allemaal bollen.
dat waren natuurlijk de nesten van die vogels; die zagen er heel wat anders uit dan die ik gewend was, maar ja, elk land heeft andere bouwstijlen.

de bodem van de grot was een grasveld, waarop wat vogels aan het voetballen waren.
missel riep "hoi" naar de voetballers, terwijl ze naar een bolnest vloog dat aan de andere kant van de grot hing.
in die bol zaten de vader en moeder van missel, die noi en noia wielink heetten.
verder was er ook nog rithy, het enige zusje van missel.

de bedden en het bord aan de wandwe gingen meteen eten.
naast mij zaten missel en haar zusje rithy en tegenover ons zaten haar vader noi en haar moeder noia.
we aten lekker zwart brood met bessen.
na het eten dronk ik koffie met noia en noi.
missel en rithy dronken iets, wat op karnemelk leek.
daarna gingen we allemaal naar bed.
er waren drie bedden.
noi en noia gingen in het eerste bed liggen, missel en rithy in het derde en het middelste bed was voor mij.
dat was het logeerbed.
boven het logeerbed hing een plankje aan de muur.
op dat plankje stond geschreven, dat het goed was om iets met anderen te delen.