waarin missel en toeke met toman op een terras gaan zitten.
achter toman en missel loop ik naar een tafeltje op een heel groot terras, waar allerlei dieren met een glas in de hand of in de vleugel gezellig met elkaar zitten te praten.
aan de rand van het terras is nog een tafeltje, waar niemand aan zit en daar gaan wij zitten.
haast meteeen staat er iemand naast ons met een witte doek over een arm, een ober.
hij vraagt wat we willen drinken en toman zegt: "sangria in een porron en drie glazen".
na een paar minuten komt de ober terug met een heel vreemde fles op een dienblad en met vier glazen.
hij zegt dat we voor dit rondje niet hoeven te betalen, omdat ik de eerste vakantieganger van dit jaar ben, die op zijn terras komt, en hij giet de vier glazen halfvol, geeft ieder van ons een glas en pakt zelf het vierde.
dan zegt hij saloet en proost en we drinken het glas leeg.
die sangria is heel zoet en erg lekker.
toman zegt: "ook al vind je die sangria lekker, drink er toch maar niet teveel van, want je wordt heel snel dronken van sangria..."
dan pakt toman de porron bij de hals vast en houdt de spitse punt vlak boven zijn mond; daarna tilt hij de vreemde fles op en er komt sangria uit de spitse tuit, en hij vangt die sangria in zijn mond op; hij slikt zonder zijn mond dicht te doen en laat dan de fles weer zakken; dan zegt hij: "zo moet je eigenlijk uit de porron drinken, probeer jij het ook eens, toeke".
"dat is goed", zeg ik en ik pak de fles vast zoals toman het deed, daarna til ik hem op dezelfde manier op, maar de sangria wil maar niet in mijn mond komen, de sangria druipt van mijn kin en alle vogels en andere dieren op het terras moeten om mij lachen. ik laat de porron weer zakken en zet hem op tafel terug.
"die ober, missel, wat is dat voor een soort dier?"
"de ober, dat is een buitelaar, zo genoemd omdat hij erg gekke voeten heeft; daar moet je maar eens op letten".
daarna hebben we nog een half uur op het terras gezeten en toen zei toman dat hij naar bed ging en waarschijnlijk vannacht ons wel weer zou zien bij de schaatswedstrijden.
nadat we afgerekend hebben, gaan wij dan ook maar naar huis; noi en noia en rithy liggen al in bed als wij thuiskomen.