Tino dacht er ineens aan, dat hij een fototoestel had, en dat het misschien wel leuk was om z'n medereizigers op de foto te zetten ... en af en toe kwamen ze door landschappen, zó mooi, dat hij vergat te ademen ...

Hij pakte z'n kamera, ging tussen de banken achter Eduard staan en maakte twee foto's van Han, die net deed of ze buiten iets zeer boeiends zag. Naast Han dook de lachende kop van Regien op.

Daarna richtte hij z'n toestel op Regien en Wouter. Op dat moment verscheen achter de coupé-deur iemand die Eduard wenkte. Tino had z'n aandacht bij de samenwoners en bij foto's maken en zag hem dus niet. Hij maakte weer twee foto's. De vreemde draaide zich om en liep weg. Tino liep naar de deur, draaide zich om en knipte de heer Van Tellingen twee keer. Toen hij de tweede keer afdrukte, had Eduard zelfs een glimlach op z'n gezicht getoverd. Tino borg z'n kamera op en ging weer zitten.

"Waarom maakte je telkens twee foto's", vroeg Han.

"Een van de twee zou wel eens kunnen mislukken, of ... nou ja,soms staan mensen wel eens erg houterig of geposeerd op de eerste foto die je van ze maakt, en dat is lullig", Tino bloosde toen hij dacht aan de houten kop die Eduard op de eerste foto liet zien.

Lies draaide ondertussen een sjekkie: "Jullie ook een, Regien, Wouter ... rook jij, Han?"

Aan Eduard hoefde ze niets te vragen, die rookte een klein sigaartje. Han rookte niet.

Tino, Regien en Wouter, drie van de niet-rokers, begonnen te hoesten alsof ze op het punt stonden te stikken.

Lies richtte een rookstoot op Tino: "ruik nou toch, zulke zuivere lucht". Tino wapperde met z'n handen de mist uit elkaar: "Ach, ònze longkanker is in ieder geval een stuk goedkoper, want wij roken gratis mee".

"Betaal er dan wat voor, als je dat oneerlijk vindt", katte Lies terug.

Wouter maakte aanstalten om op te staan: "Kom, dan gaan we niet-roken zitten".

"Nee", schudde Regien, "we moeten toch meteen kunnen helpen, als ze van ellende in elkaar storten".