Toen Lies onder het eten de foto's aan Sprook had laten zien, zei deze: "die Eduard van jullie, dat is Fred Teldersma, waar ik het gisteren over had, op zoek naar een koning of ander soort opperhoofd".

"Dat idee hadden we al", zei Tino, "maar, moet je horen wat er gisteren nog meer gebeurd is ... ' en hij vertelde het hele verhaal van de kapotte tent opnieuw, af en toe driftig in de rede gevallen door Lies, als hij wat vergat.

"En vanmorgen liep hij hier rond als de keizer van Japan", barstte Sprook los, "in een akelig breekbaar pak uit een of ander modehuis, en glimlachen als hij deed, ik heb nog nooit iemand zó verschrikkelijk zien glimlachen, ik kreeg er de rillingen van over m'n rug ... hij heeft ook nog geprobeerd elektrische apparaten te wisselen, ik bedoel, verkópen, maar toen heeft Lento hem verteld dat we daarvoor niet genoeg elektriciteit konden oproepen, omdat de windmolens en de zonneschermen maar iets meer elektri leveren dan we nodig hebben om overal het licht aan te houden en ervoor te zorgen dat er in elk huis warm water en warmwaterverwarming is, en bovendíen, we hebben dat soort apparaten niet nódig: we hebben onze granen altijd met windmolens of met de hand gemalen, net als koffie, en dat ging goed ... "

"Hm, hm", overdacht Lies, "en wie is Lento?"

"Andaar beweegtaal, oftewel zang, toneel en dans".