Toen Tino en Lies een half uur later in de slaapzak kropen, wilde de slaap niet komen, hun gedachten waren bij Sprook die misschien wel het moeilijkste gesprek van zijn leven aan het voeren was. Tenslotte won het lichaam het van de geest, en vielen Tino en Lies in slaap.

Diep in de nacht, om een uur of vier, schrok Tino plotseling wakker: er sloop iemand naar de tent ... Tino deed z'n zaklamp aan en schoof de tentrits open, Lies was nu ook wakker ... De sluipende voeten stonden stil, liepen daarna hard weg, er viel iets, de voeten aarzelden, liepen toen toch door. Tino ging heel voorzichtig kijken, Lies met haar zaklamp vlak achter hem, zíj lette op de omgéving, híj op de grond voor hem: in het gras lag de revolver met de knaldemper, hij stonk naar kruit ... Van slapen kwam daarna helemaal niets meer.