"Het lijkt me het beste, als we in groepjes alle richtingen uit, het dorp verlaten", zei Driekam, "en een groep die wat vindt ... daarvan komt iemand terug naar hier, en dan trekken de thuisblijvers er op de fiets op uit om de andere groepen te waarschuwen".

"Waarom vragen we het niet aan de wijsbomen", riep een meisje ineens uit, "want dit is toch niet hetzelfde als verstopje spelen, of wel soms?"

"Nee, dit is duidelijk geen spelletje meer", Driekam was het er volledig mee eens, "maar wat bedoel je precies, Kizá?"

"Als wij verstopje spelen, vragen we wel eens voor de grap aan een wijsboom, of zij iemand heeft gezien. Het enige wat de wijsboom dan zegt is: klikspaan, waterhaan, gij moogt snel langs mij verder gaan, ik zal u niks vertellen, ik doe niet mee aan spellen".

"Het is de moeite van het proberen wel waard", zei Papke op de achtergrond, "hup, Kizá, wat sta je hier nog te staan, wég, naar je wijsboom toe".

Kizá keek nadenkend om zich heen, sprong op de dichtstbijzijnde fiets en reeste het dorp uit.

Nog geen twee minuten later kwam ze hijgend en met dezelfde snelheid terug.

"Hijg eerst maar even uit", zei Snokje die de fiets van haar overnam. Daar kunnen wij echter niet op wachten.