"Dat is dan ook weer gebeurd", zei Tais, "we hebben de schoorsteenopening van de schuilgrot opengemaakt, de fles met het traangasmengsel erin gehangen, met een steen de fles stukgegooid: en heel vlug de opening afgesloten. Weten die twee dat ze opgewacht worden?"

"Dat dacht ik wel", zei iemand die we een hele tijd geleden hebben leren kennen als Lento, andaar beweegtaal, "een minuut of vijf geleden hebben we met een paar lange takken tegen het luik van de schuilgrot gepookt, en onmiddellijk daarop werd er door het luik geschoten, met als gevolg dat Heleen een schampwond aan haar arm kreeg en die twee boeven vreselijk tegen elkaar begonnen te schreeuwen".

"Tuig", Tais spuwde het woord eruit, "dat gat in het luik is trouwens best meegenomen, daar kunnen we aan zien, wanneer we de schoften kunnen verwachten, want nu ze weten dat wij niet weg zijn, blijven ze hoogstwaarschijnlijk zo lang zitten als ze het uit kunnen houden en tegen die tijd zal de grot wel zó vol met gas zitten dat er een spiraaltje door het kogelgat naar buiten kruipt".

Juldy en Kizá hadden een aantal citroenen geperst en nadat iedereen zijn of haar zakdoek in het sap had gedompeld en voor het gezicht gebonden gingen 't groepje Tjambarianen en Lies en Tino de grotten weer in.