Uw browser ondersteunt geen JavaScript of JavaScript-ondersteuning is uitgeschakeld.
Als gevolg daarvan ziet u slechts een zeer beperkt gedeelte van alle pagina's.
Wordt meestal door twee of drie personen, maar kan zelfs met zes worden gespeeld; er zijn 76 speelstenen; drie van de zes kanten van de steen zijn gemerkt met een, twee, drie, vier, vijf, of nul (de telwaarde van 'nul' = zes) stippen.
Er zijn meerdere manieren van spelen:- Alle stenen worden voor het spel begint verdeeld, dat wil zeggen dat twee spelers elk 38 stenen krijgen, en drie spelers elk 25; de laatste (76e) steen wordt dan op het midden van het speelbord gelegd, dat is het vak dat met 88 is gemerkt. Als je met een omgedraaide steen niet kunt aanleggen gaat je beurt voorbij. Er wordt doorgespeeld tot een van de spelers zonder stenen komt te zitten. Wel wordt de ronde uitgespeeld. (bij vier spelers krijgt elk 19 stenen; bij vijf: 15 met 1 reststeen, daarmee wordt gehandeld zoals bij drie spelers hierboven; en bij zes: 12 met 4 reststenen; voor die reststenen zie volgende speelwijze.)
- Bij twee spelers krijgt elke speler 27 stenen, bij drie spelers 13; die worden op een stapeltje voor de speler gelegd, met de bestipte kant onder (blind dus). De eerste speler plaatst zijn/haar steen op het midden van het speelbord. Als je met een steen niet kunt aanleggen, leg je die steen onder in je stapel, pakt een extra steen van de rest-stapel, kijkt of die alsnog aan te leggen is, laat anders de beurt voorbijgaan. Op het moment dat een van de spelers zonder stenen komt te zitten krijgt elke speler (zes) stenen extra, net zolang tot de reststapel minder stenen bevat dan het aantal spelers. Dan wordt doorgespeeld tot een van de spelers zonder stenen komt te zitten. De ronde wordt wel uitgespeeld. (bij vier, vijf of zes spelers krijgt ieder 6 stenen om het spel mee te beginnen.)
Onder aanleggen wordt over het algemeen verstaan: een steen met een kant met een bepaald getal tegen een andere steen met een kant met datzelfde getal plaatsen (twee tegen twee bijvoorbeeld), en wel zo dat daardoor niet twee stenen met verschillende kantwaarden tegen elkaar komen te liggen ... Er bestaat een variant waarbij de puntwaarden van de twee kanten die tegen elkaar worden geplaatst opgeteld altijd zeven (7) moeten opleveren (twee tegen vijf bijvoorbeeld).
De speler die als eerste zonder stenen komt te zitten is/lijkt de winnaar, de andere(n) tellen de waarden van de stenen in hun stapeltje op, en trekken het totaal af van hun verzamelde punten (wel ) ... hierbij kan het vóórkomen dat (een van) de verliezer(s) alsnog op punten wint.
Wie als eerste speelt wordt als volgt bepaald: iedere speler draait de bovenste steen van zijn/haar stapeltje om; degene met de steen met de hoogste waarde (je telt de punten op) begint, vervolgens degene daarnaast (richting van de klok, of juist andersom, vantevoren afspreken).
Een steen die gelegd is, mag niet worden verplaatst (gelegd = gelegd);
Puntentelling: het sluiten van een enkele ring levert vijf (5) punten op, een dubbele ring (een achtje) is goed voor vijftien (15) en een driedubbele ring (een klavertje) maakt je ineens vijfentwintig (25) punten rijker. Voor het sluiten van een wijde ring van twee kleintjes mag je drie (3), voor een van drie kleintjes mag je acht (8) punten bijtellen; het plaatsen van een steen aan een van de randen (waar geen andere steen meer kan worden aangelegd, het zogenaamde hoekjes vullen) levert echter steeds twee (2) strafpunten op.
Je bent verplicht je steen daar te leggen waar het je de meeste punten oplevert; leg je aan op een andere plek, dan worden de punten die je hád kunnen verdienen afgetrokken als strafpunten, bijvoorbeeld: je sluit een enkele ring (5 punten), maar met die steen had je ook drie ringen kunnen afsluiten (25 punten) ... het resultaat is dat je weliswaar 5 punten rijker wordt, maar er worden er 25 van je totaal afgetrokken.
Vóórzeggen mag niet, maar het is wel de bedoeling dat je rekening met elkaar houdt. Stel, je kunt een steen op 'n bepaalde plek op twéé manieren aanleggen, op de ene manier laat je een gaatje open, waar maar één andere steen in past, maar die ligt al op het bord (daardoor zou je dus verhinderen dat iemand anders eventueel punten zou kunnen verdienen), op de andere manier laat je een gaatje open waarvan de bijpassende steen nog niet op het bord ligt ... dan zou het het meest vanzelfsprekend zijn dat je jouw steen op de tweede manier weglegt; winnen is prima, maar door sámenwerking, niet door tegenwerking ... als een ander wint, omdat jij hem/haar in de gelegenheid stelde, heb jij daarmee dus ook gewonnen ...
Compact spelen (de stenen zo dicht mogelijk bij elkaar houden) levert het spannendste spel op. Uitbundig spelen (zo snel mogelijk naar de randen toewerken) maakt het spel onoverzichtelijk.