stril

mijn ogen strelen dag en nacht jouw gladde, 
wat groen uitgeslagen, buik, je ribbenkast en
prachtige borsten met lichtjes kippevel,
omdat het wat koud is waar je staat,
maar de warmte opzoeken doe je niet,
dat kan niet meer, je bent versteend.


niet jij natuurlijk, zelf, bent het gelukkig,
naar wie mijn strelende ogen staren,
maar het afgietsel van een gipsen bekleding,
omhangen met een laken als badjas,


 
 
 
 
 
oogstrelend beeld