schijngestalten van huid

het landschap dwaalt over haar gelaat
langzaam maar onhoudbaar en
onweerstaanbaar op zo'n vreemde manier.

soms houdt het zich verborgen, een tijdje
alsof het haar verlaten heeft, dan weer
barst het in hevigheid door de poren
als een leven ochtendgloren, en soms
soms raast het over haar trekken, golvend
als smeltende boterklodders in een pan
als ik maar traag genoeg kijk.