kortom, dat is allemaal niet zo bijster belangwekkend - ik bedoel, voor mij dan, vanuit het perspektief van even mezelf onder de loep nemen - dat anderen verslingerd raken is vanzelfsprekend úíterst interessant (en dat bedoel ik niet cynisch of ironisch), dat maakt mij bij breed uitgestreken vlagen heel gelukkig, omdat ik weet hoe dat voelt, de stuwing die uitgaat van dat 100%-gevoel, ook al heb ik daar zelf op het moment niet zo gek veel van (zeg maar gewoon, niks, wat dromen en daar houdt het bij op) ...
okee, ik neem iets meer in dan ik eruit swing (soms zelfs véél meer), dus aan het eind van zo'n avond kan mijn beeld lichtelijk wazig zijn, maar helaas nooit zo verwaasd dat ik vergeet wie en waar ik ben en hoe het er allemaal voor staat, integendeel, als de deur voor inkomend publiek gesloten wordt, fungeer ik normaal als portier voor uitgaande bezoekers, terwijl het vaste personeel daar verder geen moment meer mee bezig is (er moet nog even getapt worden, al een voorzichtig begin gemaakt met opruimen en schoonmaken, en uiteindelijk, na het stilvallen van de muziek, veranderen ze van drankverkopers in bezemploeg) ...
maar goed, dat is oude en ruim versneden koek, hoef ik het niet over te hebben, niet hier, maar eigenlijk nergens en nooit ... stel je zo'n avond voor (nu komt het eigenlijke verhaal, hier was die 'inleiding' voor nodig), zo'n avond die droog en fris begint, maar koud en met een beginnende druilbui eindigt, van die regen die onaangekondigd komt en overal doorheen dringt, eventuele plu en regenjas ten spijt - je bent als een van de laatsten uit de kroeg gekomen, hebt kus-kus (of drie) van iedereen afscheid genomen, en wandelt, in je uppie, door de treuzelende (heeft iedereen me nu wel gezien) naar buiten gewerkte bezoekers van andere kafé's en danstenten richting huis en bed - het waait (zo'n verdwaalde oktoberstorm in november) en het vallende water wordt irritanter en opdringeriger ...
daar kan ik knap sjagrijnig om worden, maar vandaag komt het zover niet: een paar straten voor ik thuis ben, kom ik langs een pizzatent, waaruit op dat moment drie jonge mensen komen, uitgaanders die nog wat zijn gaan eten, en die niet gekleed waren op regen, wel op koelte, twee witte truien en een lichtgekleurd vestje - waarschijnlijk zie ik er al wat grimmig uit, want de eerste zegt heel duidelijk: "hmm, lekker weer, jongens", waarop ik niet anders kan dan me omdraaien met een akuut vrolijke grijns op m'n gezicht - de spreker knikt me toe en grijnst zo mogelijk nog harder - op hetzelfde moment loop ik ook anders, rechtop, glimlachend, wat maak ik me druk om die paar druppels ...