er vanaf zien kan niet

ik zie ze wegschieten vanuit mijn ooghoeken, bij voortduring, de gekko's en de geelbruine hommels en de rode en groene gaasvliegen en wat er zich zoal op en bij muren thuisvoelt.

maar als ik de film uit de spie-kamera haal, staat er niets anders op dan mijn piekharige kop die bij vlagen wild heen en weer schiet alsof de schroeven en bouten in mijn nek veel te los zitten.

soms lijkt het alsof ik me niet vergis, duikt een bonte kraai ineens naar een plek waarheen ik kijk, reagerend op het schokkerige bewegen van een beestje op de kast van het uitzetraam, maar de vogel lacht me krassend uit vanaf een heel andere plek.

heb ik een losgeschoten prisma in mijn ogen, dat beelden in willekeurige richtingen van hun plaats gooit?

het zijn echter niet alleen kruipende en vliegende beesten die mijn ogen overwerk bezorgen, hele stapels papier fladderen losgeslagen door de lucht zonder dat er een zuchtje wind aanleiding toe geeft - ze proberen te grijpen heeft geen zin, want ze weten keer op keer aan m'n vingers te ontsnappen.

daarnaast dwalen allerlei half-doorzichtige kreaturen door mijn ogen, langzaam tot rust komend als ik strak naar één punt kijk, akrobatische toeren uithalend als ik de wezens op de muren en in de lucht écht probeer te zien en te volgen in hun ontwijkende bewegingen.

een ander mens zou van minder zot worden, maar ik aanvaard in jarenlange ervaring hun bestaan als fundamenteel onderdeel van mijn leven.