korte fnutzels
versgesneden woordplakjes van 'n bepaalde dikte

- zo'n wilde - houtwerk - waterijs - gezegde - jij-bak - duiveëi -
- hapt u maar - topdrukte - kiertijd - koppeling - betrapt - druplot - dappers -

zo'n wilde schrijver worden

"in zijn jeugd verslond hij letterlijk alles wat hij aan leesbaars tegenkwam ..." [*] ... in de voortdurend goedgevulde kasten van zijn vader - boeken, tijdschriften, vouwbladen - het hoeft ons niet te verwonderen dat hij op latere leeftijd (en niet eens zo oud werd hij) overleed aan inkt- en ijzervergiftiging, nadat hij enige jaren daarvoor al betrapt was op stoflongen ...

[*] gehoord op radio4, op 25-08-2009, over robert schumann - die daarna besloot iets met noten te gaan doen,
welke soort(en) werd er niet bij verteld, vermoedelijk groeiden ze in de buurt, misschien zelfs in de eigen tuin.

"door simpele houtwerking ontstaan mooie meubels" [*] - ik heb op mijn gemak (in dit geval was dat vanzelfsprekend op een houten klapstoeltje) zitten kijken toen het gebeurde: de twee halve bomen die in mijn tuin lagen (een honderdjarige eik en een half zo oude beuk), vormden onder invloed van zon, regen en wind een prachtige driezits­bank en twee bijpassende leunstoelen - na het zien bouwen van een huis eromheen (het waren vooral versgekapte dennen en grenen en een enkele douglasspar voor het dakspant die het werk deden) hebben we zelf ook maar wat gedaan: we hebben een paar kussens en wat beddegoed gekocht en een geëmailleerd naamplaatje voor op de voordeur, naast de deurklopper (een stuk omhooggesprongen perehout).

[*] gelezen in een handboek voor amateur-meubelmakers waarvan ik de naam even kwijt ben.

midwinterwaterijs

een kleine boodschap, gebracht met het juiste geklater en donderbeslag, kan de onwaarschijnlijk grote dreigingen die uitgaan van verschrikkelijke sneeuwmannen veranderen in zuchtjes over­gave en schaamtevolle verkleuringen op grondnivo.

wat zeg je daar?

buiten het feit, dat roddelen een heel goedkoop middel is voor iemand die zelf uit beeld wil verdwijnen om een ander voor het verkeerde voetlicht te halen, blijkt in de meeste gevallen dat de mensen die zich van dat middel bedienen zelf niet zuiver op de graat zijn en vaak zelfs heel wat meer te verbergen hebben dan de mensen die ze beschuldigen (nog afgezien van of die rond­gestrooide beschuldigingen überhaupt ergens op gebaseerd zijn of gewoon kompleet uit de duim gezogen).
        het daarna als rechtvaardigend kommentaar gebezigde "geen rook zonder vuur" is iets wat vaker geheel zelfstandig rookgordijnen opwerpt dan verwijzingen naar vlammen bevat - en "er is geen koe zo bont of er zit wel een vlekje aan" wordt vaak gebruikt door mensen die met van verf druipende kwasten rondzwaaien (of daar zelf een overmaat aan sporen van vertonen).

nee, jij dan

als zelfs mijn schoenen bij het uittrekken naar me schreeuwen, en elke beweging in gewankel eindigt, is er maar één konklusie mogelijk: ik ben zo zat als wat - gelukkig dat ik daar pas achter kom, nu ik thuis op de bank zit, stel je voor dat ik me er onderweg al bewust van was geweest, dan had ik me al die tijd andermans geschreeuw persoonlijk moeten aantrekken.

teenwig

een wit stukje stug schuimplestik in de vorm van een langgerekt duiveëi ligt op mijn buro - als ik er niet naar kijk, zie ik hoe kleine vlammetjes aan de randen knabbelen - langzaam krult het ovaaltje op en rolt, min of meer, van m'n werktafel af, spat op de vloer uiteen in een baaierd van vonken alsof iemand met een pook in het kampvuur port - door het halfopen raam waaien water­druppels sissend op een halfopgerold verlengsnoer - pets - donkerte - mijn blote voet ontmoet pijnlijk een tafelpoot.

lang geleden dat de damp van mijn eten zo lekker rook

bij de eerste, te snel genomen, hap verbrandde ik mijn bek dan ook behoorlijk - waardoor ik bij de tweede en derde hap niet in de gaten had, dat mijn tong zich tussen de etenswaren bevond - pas toen ik gelijktijdig een ijzerachtige smaak en een stekende pijn gewaar werd, besefte ik dat er iets misgegaan moest zijn ...

vrees de kloostermarkt

de grootte van deze totaal onoverzichtelijke menigte werd door de velen die ik daarnaar vroeg, stilletjes geraamd op zo'n dertig personen, maar daar kunnen dubbeltellingen bij zitten.

door een kier ontsnapt een kreet om hulp, soms

met mijn wangen veilig opgeborgen in de zolder en tegen ongewenste blootstelling aan uit­stapjes in de winderige buitenlucht beschermd door een stevige riem, hoeft het niemand te ver­wonderen dat ik stevige passen zet, onderweg naar een nog niet vrijgegeven doel, en onzeker over een tijdige aankomst, áls ik die plek al bereiken zal, waarvan ik het bestaan voor waar houd, zon­der daarvan enig bewijs te hebben ... slechts in de beperkte ruimte van een daartoe speciaal in­gerichte en van wolk en zon afgesloten afzondering ontstaat, met een taktiel karakter, enige vorm van konversatie, aangezien raak-en-tast het enige zintuig is dat boodschappen rechtstreeks kan waarnemen ... de neus is ver weg en iets te beperkt in reaktievermogen ...

"rachma is de man in zijn leven - náást zijn vrouw natuurlijk ..." [*]

het is moeilijk om verbondendenheid en toewijding uit te drukken, zonder in de vaart van je ogenschijnlijk goede wil te struikelen over ongebruikelijke metaforen ... terwijl zijn vrouw nou juist zo'n bril­jant sieraad van haar kunne was, in verschijning en uitstralend gedrag ... maar goed dat we ver­moeden te weten wat er bedoeld wordt, want ligt in het nadrukkelijk níét uitge­sproken, maar wél deftig gesuggereerde, vermoeden niet de wortel van alle achterbaksheid - zo, ik heb het gezegd, van verzwijgen kan men mij niet met recht beschuldigen.

[*] radio4 blijft, ook diep in de nacht, een bron van betekenis,
vooral van het testen daarvan in onverwachte verbanden.

bijna gemiste tree

"de dirigent kwam tijdens het voortdurende applaus
    al schouderkopjes gevend van de verkeerde trap af."
  -  dáár had ik wel bij willen zijn ...

maar we moeten, alvorens te oordelen, in aanmerking nemen dat het 653-koppige publiek gedurende ruim anderhalf uur in doodse stilte bewegingloos gehouden werd door de magistraal verklankte wereldpremière van de komponist, en waarschijnlijk uitermate verheugd was om door middel van handjeklap weer wat bloed in de afgestorven ledematen te pompen - het klap­pen bleef inderdaad maar doorgaan en de verslaggeefster, die haar lippen nauwelijks bewegen kon van de eroverheen vallende tramontana, kon mogelijk zichzelf niet horen van de herrie ... en het was écht koud, want hartje zomer in de open en onbewolkte lucht, en de warme omslag­doeken, vesten en jasjes waren (dom, dom, dom) tegen betaling achtergelaten in de garderobe, want hoe anders laat je de medemens genieten van, of stinkend jaloers zijn op, je nieuwe en veel te blote japon - de mannen, hoezeer vanwege hoffelijkheid ook geneigd om hun kolbertjes om de naast hen rillende vrouweschouders te leggen, waren uit warmblijf-oogpunt maar wat blij dat ze dat niet hoefden, al was het, achteraf gemotiveerd, zogenaamd om de meesterlijke tonaliteit niet te verstoren, die hen vanaf het orkestrale podium bereikte.

geheel losstaand van deze gebeurtenis ontstonden er die avond enkele
misverstanden die uiteindelijk tot elf uitgesproken scheidingen leidden.

de wind en vriendschap

rukwinden denken altijd grappig te mogen zijn - deze gooide m'n dakraam zo wijd mogelijk open om een paar bevriende regendruppels toegang tot m'n huis te geven - jammer genoeg landde er eentje op m'n neus, waarop ik wakker werd, "gezellig" zei en het raam sloot, niet naar tevreden­heid van de wind en de hele familie van de dikke druppels die vervolgens nog een paar uur tegen m'n raam aan beukten om ook uit het koude buiten te kunnen komen om een plaatsje te vinden in de buurt van mijn uiterst warme en vriendelijke omgeving - vergeet het maar ... janken en beu­ken, smeken en vriendelijk roffelen, fluiten en kringen tekenend, ik was er niet van onder de indruk, ik ken dat verhaal, het is al zó oud, maar ja, dat kunnen zij niet weten, met hun beperkte opdracht van gewenste richting en landing, zonder mijn geheugen van bedorven natte spullen en dweilen en een gedwongen andere tijdsbesteding als die ik in de planning had staan ...

mannen die kiem zijn, zijn dappere wezens

over kiempjes hoeven we het niet meer te hebben, ik heb lang genoeg m'n eigen groenten begeleid in het moeizame trajekt van zaadje tot tafelwaar om me te realiseren dat het een doodlopende zaak is, sommige kiempjes (taugé, alfalfa, waterkers enzo) wordt zelfs een verblijf in de zon misgund - nee, kiem worden en dat pad afgaan met al die verschrikkelijke hordes: als eerste het voorweken tot bijna de verdrinkingsdood, dan in de grond gestopt worden zonder hoop te durven koesteren nog ooit de zon te zien, daarna dat groffe verspenen met kans op afgerukte onderbenen, vervolgens het uitzetten met kans op vorstschade, en korte tijd later het uitdunnen met het risiko om volledig willekeurig als onkruid verdelgd te worden, dan gediefd worden terwijl je net wat verse armen in de lucht wilt gooien, gevolgd door ontfruiting terwijl je eigenlijk denkt dat je kinderen er nog niet rijp genoeg voor zijn, en tenslotte de doodsklap bestaande uit ontworteling (en zonder armen en benen kom je dat heter wordende bad niet meer uit) en voor je sterven nog net meekrijgen dat het grootste gedeelte van wat je in een heel leven hebt opgebouwd en laten groeien voor evenveel wordt afgehakt en in een afvalbak gesmeten, nee dat pad zou ik indien mogelijk zien te voorkomen, liever eeuwigdurend zaad zijn dan in vervliegende vaart kiem ...