"lach niet zo stom"

zo binnensmonds als hij het eruit rochelde, hij had gelijk - op een of andere manier, want glimlachen is een vrij stomme, geluidloze, bezigheid - toch kon ik het niet nalaten:

"daar gaat zeker een veeljarige studie aan vooraf?"

"heu?"

"vóór je zulke trefzekere observaties kunt rondstrooien?"

"heu?"

"op hbo-nivo ook nog natuurlijk, ja? ... vast wel, aan je reakties te merken."

"wamotjevamme?"

"niet zo gek veel - ik was wandelend van de zon aan het genieten, tot jij vond dat dat niet goed was ..."

"achterlijke idioot"

"aangenaam", zei ik, boog, en wandelde verder.
toen ik even later omkeek, stond-ie nog steeds stil, min of meer omhoog kijkend.

durfde ik eigenlijk wel, tegen iemand die niet méér leek te hebben dan de ziel onder z'n arm, waar hij lusteloos en ongericht mee rondsjokte?
ja, ik durfde - ik voeg ook weleens iemand iets toe tijdens het passeren, iets vriendelijks - soms wordt dat als ongewenst opgepikt, maar veel en veel vaker leidt het tot glimlachen en een verender tred ...

maar waarom reageerde ik in eerste instantie zo agressief - ik had het ook ongehoord kunnen laten?
ja, dat had gekund, en achteraf was ik er blij om, dat niet gedaan te hebben ...

invisibletextandall