weerwil - andere versie (na stippellijn)

We hadden elkaar nog nooit ontmoet. Niet eerder had ik met haar gesproken dan toen ze me opbelde en vroeg of ik een relatie met haar wilde aangaan, wat ze later specificeerde als "of ik misschien met haar wilde trouwen". Na dat eerste gesprek was er een klik en toen heb ik ja gezegd. Alleen heeft zij dat aan de andere kant van de lijn niet gehoord, want ze had inmiddels opgelegd.

Nummerherkenning was aan haar kant uitgezet, dus terugbellen zat er niet in. Aangezien ik via afgeschermde nummers vrijwel uitsluitend idioten met schril piepende faxen aan de lijn krijg (nou ja, niet echt natuurlijk) en mensen die me van alles willen slijten, waar ik toevallig nét geen behoefte aan heb (wat heb je aan een 'bel-me-niet'-register als het volk in dat soort telefoon-centrales zich er toch niks aan gelegen laat liggen), hoeft het je niet te verbazen, dat ik in eerste instantie opnam met een vrij bot en afwerend uitgesproken "ja, hallo?". Nou kan ik al die nullen in het schermpje van m'n telefoon wel laten blokkeren, een-voor-een, maar ik kan me niet voorstellen dat beschaving daarop (jezelf in een steeds nauwer ommuurde ruimte zetten) gebaseerd zou moeten zijn ...

Dat gesprek begon écht heel aardig. Over koetjes en kalfjes hebben we het niet gehad, want met veeteelt had ze niks. Ook landbouw was niet haar ding, want wat ze aan planten in haar huis had staan, kwam rechtstreeks, volop bloeiend en al, uit het tuincentrum een paar straten verder dan waar ze zelf woonde. Als ik slim en ad rem was geweest, had ik gevraagd, waar dat was, maar dat ben ik nu eenmaal niet. Ze wist alles van me, want iemand had haar mijn website laten zien. En dus wist ze, dat ze me kon vertrouwen. Ja, ga daar maar eens tegenin. Want eigenlijk is dat ook wel zo, meestal tenminste, tot op zekere hoogte.



Aan haar stem had ik niet kunnen horen, waar ze vandaan kwam. Niet dat ik haar daarmee terug had kunnen vin­den, maar het was in ieder geval íéts geweest. De manier waarop ze sprak, was precies wat ik nodig had, na zoveel jaren alleen te zijn geweest. Zonder dat het me op dat moment opviel, had het telefoontje ruim ander­half uur geduurd. Waarover we het verder allemaal gehad hadden, zou ik niet weten, maar het gevoel van in een warm bad te liggen met iemand die van me wilde houden, was wat er achterbleef. Dus wilde ik haar terugvin­den. Voor dat bad natuurlijk. En om nóg een keer já te zeggen, maar nu zo, dat ze het hoorde. En dus hoopte ik, dat ze me nog een keer zou bellen. Want dan hoefde ik niet langer te zoeken, zonder te weten in welke richting.

Er ging een groot deel van een jaar voorbij, voor ik ook maar één stap dichterbij die misterieuze stem kwam. En toen ik haar stem eindelijk weer hoorde, was het voor mij met een klap duidelijk, dat ik mijn kans gemist had. Mijn oude middelbare school had de zoveelste reünie en bij wijze van uitzondering had ik besloten om er deze keer wél naar toe te gaan. De enige oud-klasgenoot die ik zag (indertijd een vreselijk arrogante klootzak die zich voor iedereen te goed voelde), liep te pronken met een onwaarschijnlijk knappe jonge vrouw. Hij was uitgekeken op zijn eerste echtgenote, wist hij me te vertellen, en was nét van haar gescheiden, toen hij op een avond opgebeld werd door de dame aan zijn zijde, die spontaan aanbood om zijn tweede vrouw te worden. Dat vond hij vreemd, maar ook wel spannend. Hoe ze daarop kwam, vroeg hij haar.

Ze vertelde hem toen dat ze zijn website bekeken had en daarop besloten had, dat ze hem kende. En dat ze hem volkomen vertrouwde. Dus in datzelfde gesprek maakten ze een afspraak om elkaar in levenden lijve te ont­moeten en het klikte wonderbaarlijk goed. Hij hoefde er niet lang over na te denken en binnen een maand waren ze getrouwd, nu zowat negen maanden geleden.

Nadat we even met ons drieën gepraat hadden over onbelangrijke zaken, vroeg hij haar om voor ons wat te drin­ken te gaan halen. Toen ze buiten gehoorsafstand was, zei hij grinnikend: en ik heb niet eens een website ...