mijn dag

om de hoek verdween, nog net zichtbaar, het silhouet van de onbekende ...






om de hoek verdween, nog net zichtbaar, het silhouet van de
onbekende, zijn schaduw als een vod achter zich aanslepend.




met deze woorden begint het spannendste relaas wat ik ooit
gelezen heb - en aangezien vlak daarop (op bladzijde 34) het
licht uit m'n ogen verdween, hoeft je dat niet te verwonderen.

het was het eerste échte boek wat ik vandaag onder ogen kreeg, nadat ik mij door de volgens anderen dagelijks groeiende stapel voorgeschiedenis had heengeworsteld - laat ik bij het begin beginnen, mijn ontwaken.

ik werd wakker naast een vreselijk mooie vrouw met alles erop en eraan in precies de juiste verhoudingen.
wij gingen met elkaar naar bed, alsof dat de gewoonste zaak van de wereld was, maar het was m'n eerste keer, daar ben ik van overtuigd - voor haar was het bekendere materie, want zij wist precies hoe het moest (hoe zij het wilde, bedenk ik nu), kende de namen van alles en de korrekte volgorde om pijn te vermijden en genot te verhogen (ik wist dat alles niet, ik wist niets van dat alles) - zij huilde - van geluk, zei ze.
daarna voedde zij mij, eerst met warme melk uit haar borst, toen schepte ze iets groenigs en vrij glad van samenstelling met 'n plestik lepeltje van 'n verwarmd bordje in mijn mond en ze vertelde me bij alles wat ze deed het hoe en waarom.

toen ik met m'n ogen knipperde, lag ik niet meer zacht tegen haar huid aan, maar zat ik in een houten stoel met kleren aan en at zelf met mes en vork en lepel kip, patat en kleine groene bolletjes, waarvan ik de naam steeds vergeet ... terwijl ik at, leek het alsof zij kleiner werd en de kleur van haar haar veranderde ook - dat wilde ik niet en daarom stopte ik met eten toen ik het zag gebeuren - "dat helpt niets", zei ze, "oud en grijs worden we allemaal ..." - volgens mij wilde ze nog iets meer zeggen, maar dat deed ze niet, en toen ineens iets heel anders "als je genoeg gegeten hebt, gaan we wat leren, want anders ..." en weer hield ze te vroeg op met spreken ...

ze ging naast me zitten, met een, boek, vol vreemde tekentjes (waarvan ik nu weet dat het letters zijn) en wat plaatjes, die ik wat simpel en platgeslagen vond, zonder diepte erin, maar voor ik dat kon zeggen, zei ze dat ik op moest letten en begon voor te lezen, terwijl ze de letters en de, woorden, aanwees die ze uitsprak - dat kon ik ook, dus na twee, bladzijden, met vier of vijf regeltjes, tekst, vertelde ik haar wat er stond op de plaats die ze aanwees ... dat vond ze niet leuk, denk ik, dat ik zelf kon, lezen, want ze klapte het boek dicht en pakte een, krant, die ze opensloeg op bladzijde, 16, met heel kleine lettertjes en betere plaatjes, foto's, maar hier hadden ze de kleur van verstopt - nadat ik goed gekeken had, wist ik wat er stond, maar ik snapte het niet helemaal, want het was, gedrukt, in een andere, taal - dat is, spaans, zei ze, en meteen begreep ik wat er stond.

toen wist ik genoeg, zei ze, om mezelf te leren kennen - ze pakte een hele stapel losse vellen met teksten van de kast die iemand achter me had neergezet, zonder dat ik het wist en ze zei: "als je dit leest, weet je alles, en kun je verder" - daarna stond ze op, heel langzaam, alsof het haar, grote moeite, kostte, liep naar de, deur, en zei: "als ik direkt terugkom, weet je ook wie ik ben" - toen was ze verdwenen, en de deur ook ...

achter me stond een mooi meisje dat in mijn oor fluisterde: "niet je vingers natmaken, als je de pagina's om­slaat", maar dat was "alweer te laat gewaarschuwd" lachte ze, terwijl de jonge vrouw naast me ging zitten (ik snap niet waarom ze "alweer" zei) ... "hallo vrouw, minnares, geliefde, vriendin" zei ik met mijn neus in haar heerlijk ruikende haar ... "ja ja, maar weet je mijn naam al?" vroeg ze met een twinkeling in haar ogen ... "zeker wel, m'n liefste, wat wil je, dat ik het zeg, zing, fluit, schreeuw, schrijf, teken of bewijs op de manier, die de tijd stilzet?" ... "ik kies natuurlijk het laatste, maar dat weet je dan ook al" ...

nadat ik haar naamloosheid uit haar verdreven had, zaten we lange tijd in stilte van elkaar te genieten - die tijd ging helaas wél voorbij en langzaam werd de zon opzij geduwd door de maan - we zuchtten allebei diep toen we dat zagen, verlangend naar nog een pauze in de rusteloos vluchtende lichttijd - naast haar lag ineens al een hele tijd een prachtig boek, ze gaf het mij en vroeg liefdevol en met vochtig glinsterende ogen: "probeer je vandaag pagina 35 te bereiken?" ... terwijl bij het openslaan van het boek de prachtige volzin "om de hoek ver­dween, nog net zichtbaar, het silhouet van de onbekende ..." in mijn ogen sprong, knikte ik verlangend naar haar: "ga maar alvast naar bed, morgen zal ik je vertellen hoe het verder gaat" ...