maar welke dan?

ik werd gillend wakker - iets of iemand had me aangestoten - maar ik was helemaal alleen in de lege kamer - bij het me omdraaien raakte ik in een tollende werveling om één as die van zenith naar nadir door mijn lichaam liep, van hoofd naar teen én een van noord naar zuid, van navel naar ruggegraat - toen ik op wilde staan, kwam er een derde as bij van oost naar west, van rechterkant naar linkerzij en een vierde van poetsweder naar blink­smeer - dit vierassig stelsel was mijn wereld met mijn bloed om me heen als beschermende atmosfeer - toen ik de beweging stop wilde zetten, ontstond een extra assenstelsel in nog meer richtingen die ik echter niet kon benoemen, omdat daar nog nooit taal geweest was en in deze multi-dimensionale warboel ontstonden en vergingen er meer en verder en dieper, er kwam geen/een einde aan, want begrip had zich opgelost, opgegeven, onteigend, ---

daar elke kan

"maar welke dan?" - "daar elke kan" - zongen twee stemmen, kreetten twee koren, schreeuwden twee menigten, twee werelddelen stampten door me heen "maar welke dan?" - "daar elke kan" - "maar welke?" - "daar elke" - "maar?" - "daar" - langzaam stond ik op of ging ik liggen - naarmate mijn voeten meer/minder gewicht droegen, werd het skanderend stampen van de wereld minder, bedaarden de tegen elkaar in schreeuwende menigten, verzachtte het gekrijs van de koren - toen ik helemaal recht/gestrekt stond/lag, waren de stemmen in mijn hoofd een zacht en vrijwel betekenisloos gemurmel geworden, en werd het me duidelijker dan ooit dat ik wat moest doen, maar ontbrak me steeds meer de motivatie om de ene of de andere bladzijde om te slaan, omdat ik niet langer meer wist wat dat waren, blad-zij-den, tot uiteindelijk de koorts/drift/woede/histerie/greep beter zicht­baar en herkenbaar werd door zich steeds verder van me af te bewegen in op en neer springende ronde­dans, hardlopend en rollend met gespreide armen en vergroeide benen ... een alles uitdovende mist rakelde het vuur aan mijn voeten op tot het me in alles verslindende helderheid de mogelijkheden en de noodzaak toonde, de willekeur ook, het ging niet om wát, het ging om dát ... als je er nog bent, was mijn keuze goed, ben je er niet meer, heb je er ook geen last meer van - volgt híér mijn keuze:

. . .