voor de schepper is iedereen gelijk
wie stem heeft zal gehoord worden
wie draagt zal gedragen worden
in die drie korte regels zat de centrale gedachtegang en leefwijze van de dorpsgemeenschap vervat - zodat het geen verbazing hoeft te wekken dat het leven grotendeels gevuld was met gelijkmoedige blijheid, waarin het niet van belang was dat de enige sieraden die gedragen werden, bestonden uit iemands persoonlijke voorkomen en de schittering in de ogen waarmee je elkaar tegemoet trad - al wekte het zien van stukjes glas die licht leken te geven op kleding in opvallend vreemde kleuren en gemaakt van een overdadige hoeveelheid weefsel en die er toch uitzag als een schokkend wulpse uitdaging van het ongeklede lijf daaronder ongekende gevoelens op - nee, niet die van lust, want die was bekend, maar de wens om te hebben, te bezitten, toe te eigenen, en een soortement diepe woede vanwege het niet-hebben ... niet iedereen deelde gelukkig die ervaring ...
hoewel gods wetten begrijpelijk waren en de vrijmoedig en zonder voorbehoud gegeven ruimte waarbinnen de leden van de gemeenschap elkaars gelijken waren een oase van geluk vormde in een wereld die van oorlogen aan elkaar hing en er tegelijkertijd door verscheurd werd en daarmee voldoende hindernissen opwierp om zich maar niet te hoeven ontwikkelen tot een beschaafde omgeving, gebiedt de eerlijkheid te zeggen, dat per saldo, ondanks de voortdurende uitbreiding van het aantal bewoners door geboorten en aanvulling van de genenpoel door inwijkelingen, uiteindelijk de gemeente leden verloor aan de verlokkingen van ongedeelde rijkdom die door andere kerken gepredikt werd ... die wankele gelovigen sloten zich liever aan bij de verklaringen uit mysterieuze leugenbijbels van de omringende gemeentes, die het vergaren van rijkdom en persoonlijk bezit boven het gedeeld vooruithelpen van de medemens stelden, zogenaamd tegen een prijs van tienden, want daarmee zou het instandhouden van de kerk (gebouw en predikanten) en het betalen voor de apart van het zelf gezette naas-ten-lief-de in de ogen van de onzichtbare god ruimschoots voldaan kunnen worden - dat de prijs veel hoger was dan dat, werd niet verteld, dat besef kwam, áls het al kwam, pas vele jaren later, hebzucht is een stiekeme duivel en hem benoemen is hem binnenhalen ...
dat er zoveel kinderen geboren werden, was omdat alle kinderen welkom waren, ook die zonder 'officiële' vader - zij werden niet als bastaards beschouwd, maar als échte leden van de familie, ze kregen alleen magda als extra tussennaam, wat eigenlijk vanaf de eerste keer al als een erenaam werd beschouwd, over hun ontstaan uit liefde kon namelijk geen misverstand bestaan, aangezien aanranding, verkrachting en eigenlijk alle vormen van geweld jegens de medemens niet voorkwamen (een enkele woedeuitbarsting, een ruzie, kwam onder jonge kinderen nog wel voor, maar een ander pijn doen leverde meer schuldgevoel op dan voldoening, dus dat verdween snel uit het reaktiepatroon) ... de magda-kinderen draaiden hun eerste voornamen meestal een tijdje om, tot ze erachter kwamen dat persoonlijkheid uit jezelf komt en niet uit je konceptie ...
waar de verse tienden-betalers zich nog goed konden herinneren, hoe iedereen in het dorp van de "kledende bijbel", onder welke naam er binnen de gemeenschap over gesproken werd, van de geboorte uit de vruchtbare schoot tot de teruggave aan de vruchtbare aarde, altijd een beroep kon doen op en verzorgd werd door de rest van de gemeenschap, zo bleek die zorgzaamheid in de bezitterskerk struktureel af te nemen naarmate je er afhankelijker van werd en aan sterven bleek een langdurig en eenzaam lijden vooraf te kunnen gaan - de gemeenschap van de klederen kon weliswaar ook geen pijn laten verdwijnen, maar liefdevol verzorgd worden is iets heel anders dan in een donker hoekje alleen gelaten - sterven in weliswaar verdrietig maar warm en koesterend gezelschap is eerder een feest dan de opluchting die optreedt na een koude doodsstrijd in uitsluitend je eigen angstige aanwezigheid (uit deze omgeving stamt de benaming "klerebijbel", wat te begrijpen is, maar nauwelijks verband houdt met de werkelijkheid) ...
ook al kon iedereen zichzelf schriftelijk verstaanbaar maken, in schoonschrift en vormgevingskunst van tekst en afbeeldingen bekwaamden alleen de voorgangers en hun familie zich, zij weefden de wandkleden en de stoffen waarin het dorp zich kleedde, maar wisten minder van het land en voedselbereiding dan de meeste andere leden van de kommune ... volgens een wetenschappelijke studie van halverwege vorige eeuw, wordt deze gemeenschap als de eerste strukturele kommune ter wereld beschouwd waarvan een gedokumenteerde historie bestaat - een andere studie suggereert dat van eeden's walden erop geënt is, zoals bijvoorbeeld het engelse summerhill (opgericht door a.s. neill) en het deense tvind (op heel andere deelgebieden) schatplichtig zouden zijn aan de onderwijsmethode, die minder een methode is natuurlijk dan een konstante beschikbaarheid van lesmaterialen en leraars, zijdelings wordt het schotse findhorn (peter en eileen caddy, dorothy maclean) in dat verband ook nog genoemd, maar volgens mij wordt de cirkel dan wel erg ruim genomen ...
met de leegloop verdween de voorspoed vrij snel en verviel de wijk tot bittere armoe (de tijd van de "uitgeklede bijbel", die spottend zelfs de "kledingloze bijbel" werd genoemd), zo erg zelfs dat op een gegeven moment de kerkbijbels verstookt werden om wat warmte in de laatste bewoonde huizen te brengen - de wandkleden werden tot kleding vermaakt, en vermaakt, en nogmaals vermaakt, waarbij begrijpelijkerwijs steeds wat van de geweven stof verknipt werd ... uiteindelijk ging zowat het hele resterende 'bezit' van de laatste families in vlammen op, toen het houten kerkgebouw in een hete zomernacht tot vier keer toe door de bliksem getroffen werd ... waarop het gebied ook door deze (laatste) bewoners verlaten werd ... zij zijn opgelost in de geschiedenis ...
de onderste kelder bleef door de instortende nabrandende kerk en het daarbij uitdrijven van de meeste zuurstof gespaard voor de vlammen, maar daar zijn we recentelijk pas achter gekomen, toen we bij toeval op de overwoekerde resten van het dorp stootten ... in de onderste kelder vonden we in een zestal kisten nog heel wat repen stof en zelfs nooit-gedragen kleding, gemaakt van de bijbelse voorhangen, helaas was een deel ervan in de eeuwen na de brand aangevreten door allerlei klein ongedierte, wat door de kieren tussen deksel en kist naar binnen had weten te kunnen komen ... na het zorgvuldig uitvouwen, afrollen, prepareren en restaureren van die gevonden materialen, kunnen we vermoedelijk wel zeggen dat we een redelijk beeld hebben kunnen opbouwen van de "voddenbijbel" ...