of anneke thuis was ...

bij het opstaan werd mij telefonisch (impliciet) gemeld dat ik een hele partij vrienden meer had dan ik dacht, waarvan ik het bestaan om een of andere reden blijkbaar verdrongen (of gewoon vergeten) had - ik was lid geweest van een wielervereniging, waarschijnlijk van het goed­willende, maar vooral ontspannende, soort ... het gesprek was te kort om erachter te komen, of de vereniging zonder mij doorgegaaan was, of jaren geleden in z'n geheel opgeheven was, naar de reden waarvan we slechts kunnen raden zonder toegang tot alle gegevens uit die tijd ... waar het op neerkwam, was dat de vrouw van een (naar haar zeggen dus) bevriend stel, ad en ans, weer kontakt zocht met ons, anton en anneke, in ieder geval met mijn vrouw ...

daar kreeg ik een lichtelijk kriebelig gevoel van, niet omdat ik nooit anton geheten had of genoemd was, niet omdat ik geen echtgenote of daarmee vergelijkbare vriendin anneke had, maar over het mogelijk verbindende effekt wat uit al die gelijke beginletters naar voren kwam, dus ik stelde bijna de vraag, of ze ook al kontakt had gehad met arie en arlene, waarop ik meteen haar mogelijke antwoord op die ongestelde vraag binnenkreeg, namelijk dat arie overleden was, maar dat arlene nu samen met arianne de zorg over hun beider stellen kinderen had (bij het noemen van hun namen zou ik vast een hartverzakking krijgen, want vermoedelijk zouden die aafke, arlette, adria en appie heten, of zoiets), maar dat was niet de échte reden, waarom ik de vraag niet stelde - die was veel simpeler, omdat ik dan namelijk zou toegeven dat ik wél die anton van die door haar gezochte anneke was, en ik kende geen van beide, noch trouwens de ad waarmee deze zogenaamde kontaktzoekende ans iets had, wie dat dan ook mocht wezen ...

dat ik die vraag niet stelde, was omdat ik op dat moment m'n ogen opendeed, niet met de telefoon, maar met een deurklink in m'n hand stond, en wist dat achter die deur zich de slaapkamer van ankie bevond, een meisje wat ik een paar uur daarvoor in de kroeg ontmoet had, met wie ik op de dansvloer wild bewegende en dorstig makende onzinverhalen uitgewisseld had en met wie ik een groot glas witbier van mijn favoriete merk (maar met een wat vreemd smaakje) geleegd had, wat zij vlak daarvoor gekregen had van een knaap die zich nogal grof en ongewenst aan haar opdrong, om reden waarvan ze met mij de vloer opgegaan was, in de hoop dat het knaapje zou oprotten, wat hij uiteindelijk leek te doen toen het ernaar uitzag, dat ankie en ik voor "paar van het jaar" zouden kunnen doorgaan ... bij het uitgaan van de kroeg stond hij haar echter buiten op te wachten, reden genoeg voor mij om haar naar huis te wandelen (was trouwens maar twee straten verder) ...

als ik nu, in de ongeklede staat waarin ik mij na het ledigen van mijn blaas bevond (daarvoor ook al natuurlijk), de deur zou openen, zou zij, verwachtte ik, gaan gillen, en daarvoor had ze volgens mij net zo veel reden als ik, want wat deed ik hier, zó, in deze licht katerige toestand ... er was vast iets heel anders aan de hand, want ze begon nu al met gillen, en ik had de klink nog niet eens bewogen - dat kon ik nu netzogoed wel doen ...

het licht was uit, maar door de bewegende gordijnen van de geopende balkondeuren (nou ja, balkonnetje, je kon er net op staan) kwam wat licht van een straatlantaarn binnen, dus ik kon zien dat er naast ankie die in een hoek van de kamer zat en die net toen ik de deur opende vrij abrupt stil werd, omdat ze een stevige klap gekregen had, nog iemand in de kamer was - dat zou best die klojo kunnen zijn ... aangezien ik niet zo'n vechtjas ben, en hij blijkbaar van slaan hield, moest ik hem liefst in een keer tegen de vlakte krijgen - het enige wat er in haar kamer stond, wat mijn gebrekkige timmerkunst kon versterken, was een fles dure wijn die tussen de deur en het boekenkastje op de grond stond, en voor ik het zelf in de gaten had, liep de wijn over hem heen, terwijl hij zelf in enkele van de scherven ging liggen ... ankie kreunde, wat me een goed teken leek (hij kreunde niet, maar eerlijk gezegd vond ik dat wel lekker rustig) en ik vroeg, of ze (met of zonder mijn hulp) op wilde staan of liever daar bleef, maar dan met een deken om zich heen - het laatste ...

toen belde ik het noodnummer, want ze had een bloedende hoofdwond, zag ik, nadat ik het licht aangedaan had (liever geen glas in mijn poten, en ik kon beter ook wat kleren aantrekken, voor de ambulance er was) - mijn kleren kon ik niet vinden, dus toen de ziekenbroeders, en de wouten, binnenkwamen, was ook ik gehuld in een deken ... later bleken mijn kleren met gaten, messteken, en scheuren op straat te liggen, mijn portemonnee en pasjes werden teruggevonden in de jas van de dode (zijn geest had de ontmoeting met die uit de fles niet overleefd, niet omdat ik zo hard geslagen had, maar omdat een van de glasscherven, die de knaap als zijn laatste bed gebruikte, een heel klein beetje op een goede plek had liggen wroeten, waarop hij fataal leegliep), die een erg goede bekende van de politie was (klonk niet als een voordeel) en voldoende feestpoeder bij zich had, om de halve kroeg plat te krijgen ...

binnenkort zal ik ankie wel weer tegenkomen, drinken we samen wat witbier (zonder vreemde smaakjes) en dansen de gaten in de vloer - waar ze nu woont, ben ík nog nooit geweest, en dat houden we zo - tot er misschien weer wat misgaat, maar daar hopen we geen van beiden op ...