binnenstebuiten en kereweerom

vandaag (voor jou gisteren) was ik toevallig al heel vroeg uitgehoekt, dat had ook iets met kabeljouwen te maken, kabelaars van parallelle naturen, die (niet alleen voor mij, durf ik achteraf te stellen) iets te fel aan het jij-bakken waren, waarop de (gelukkig maar vier) hoeken van de kamer (ik ben vergeten op de deur te kijken of het eerste of tweede was) zich met de nodige moeite binnenstebuiten keerden (logisch, want waarom zou een kamerhoek overbodige moeite doen) ...
dat leverde een onduidelijk aantal slachtoffers op en in zo'n geval word ik dan ingevlogen (vanwege m'n kereweeromstuithandigheidjes, 3x woordwaarde)...

maar dat was nét vandaag een lastig karwei, want het dakleer van m'n heli-haven werd aan z'n jaarlijkse politoer­beurt onderworpen (houdgreep, dubbele nelson, dat soort dingen) ... dat dat juist vandaag moest, lag al sinds augustus vorig jaar vast, en zo vroeg in het jaar (net over half april) zijn mijn buitenstebinnenkunstgrepen nog nooit nodig geweest (daar heb ik het al ooit eerder met je over gehad, maar misschien is dat voor jou nog toekomst), op die ene keer in 1913 na, verrek, da's precies een eeuw geleden ...

afijn, tenslotte kwam ik aan bij wat vanmorgen vroeg nog ter plekke was, maar even daarna een omgeving waarvoor het nederlands geen uitdrukking heeft, in geen enkele maatsoort, terwijl tango er eigenlijk best weg mee zou weten, maar nee, ook daar niet ... gelukkig liepen er geen gasleidingen door dat deel van het gebouw (dat zou wegens ont-vlamming mijn werk erg bezwaren), alleen water en elektra (de laatste sloot zich kort, heel kort, na spetterend kontakt met de eerste en daarvan werd de hoofdkraan zeer snel dichtgedraaid onder het luik onder de mat achter de voordeur) ... dat deel van het gebouw was namelijk niet 'aangetast' ...

onderweg met mijn luchttaxi werd ik al op de hoogte gebracht van hoe de situatie er voorstond of lag, zodat ik me al mentaal kon voorbevliegen op het juiste herstelpatroon ... er waren twee stellen kleren gevonden, netjes opgevouwen (dat betekent in de normale kamertoestand in een hoek geslingerd, of misschien is het nog even beter om het woord hoek voorlopig maar niet te gebruiken, op een hoopje gegooid bedoel ik dus), een stel van een maskulien tiep, en de ander mogelijk van een feminiene uitgave ...

duidelijker kan ik er nog niet over zijn, want toen ik uitgewentelwiekt was en achter de beraadslagingskoffie zat, bleken die stoffige stapeltjes nergens meer te vinden - dat kon twee dingen betekenen, in toenemende graad van ellendig - [1] iemand was er toevallig over gestruikeld en het spul was in zijn/haar opengehouden tas gewaaid, en [2] de hoeken waren nog niet klaar met keren en vlochten zich verder de dimensies in - tot en met de vijfde had ik daar geen moeite mee, maar iets terughalen uit de zesde (of nog dieper) is riskant voor één iemand alleen en mijn hoogfrekwente kollega had haar handen op het moment erg vol aan een geïmplodeerde vulkaan op tamariwawah ...

naast ons tweeën houdt het tegenwoordig wel zo'n beetje op, ons beider mentoren, de laatste terugvlechters van hun generatie, waren vorig jaar door een droon van verengde staatse makelij aangevlogen, wat niet zo'n probleem was, want zo'n droon is geen partij voor een van ons (zelfs niet als we diep in slaap zijn), maar het ding was door een wolkje chemische oorlog gevlogen en dat hadden we te laat in de gaten - afijn, de vervangingen die we meteen bijeengesprokkeld hebben en opleiden, zijn nog niet toe aan hun meesterproef (m/v) en dus kunnen ze beter niet gekonfronteerd worden met verder dan een vier-diepje ...

om een verdere nodeloze uitweiding te voorkomen, sloeg ik verdere mitsen en maren over, die van elke willekeurige omstander af konden komen en dook de veelvoudige geëxtrapoleerde ruimtewazigheid in - de hoeken had ik zo teruggevonden, die waren geschrokken van wat ze ontketend hadden en wilden maar wat graag meehelpen aan herstel van wat mogelijk was ...

toen ik vroeg naar de kamerbewoners die ze meegekruld hadden (gewoon nederlands is eigenlijk te simpel, maar een verhaal in de juiste terminologie kunnen jullie waarschijnlijk helemaal niet volgen, op 'n aantal vragen kan een natuurkundig of ruimtelijk geschoold iemand je waarschijnlijk wel een wetenschappelijke analogie voorschotelen), verschoot een van de hoeken van zuurgraad, blijkbaar had hij zich wat speelse vrijheden veroorloofd, die hem z'n muurvergunning gingen kosten, maar toevallig is dat niet mijn probleem, dat zoekt het gerechtshof maar uit, ik wilde redden wat er te redden viel ...

van de andere hoeken begreep ik dat er oorspronkelijk drie personen in de kamer waren, maar dat de derde op het laatste moment van ongetormenteerde realiteit ontsnapte door de kieren in de deur (terwijl die terugkroop naar een status als uitbottende boom vlak voor de kap) ...

dat luchtte me enorm op, de ruimte had zich niet eens voorbij vier gevloekt - ik vertelde de kamer in turbulen­tie (je begrijpt vast dat dat gewervel de reden is dat ik zo'n kortgeknipte kop heb) dat ik even terug moest en zo terug was (de wat benauwde zuurgraad liep nog wat op, daar had ik nu geen tijd voor, zweet maar even verder), zocht in wat we voor het gemak normaaltijd noemen mijn beraadslager op, meldde het bestaan van één waarschijnlijk in de omgeving ronddwalende figuur en dat ik maar twee personen hoefde terug te halen, maar dat ik hem dat een uur geleden over een tijdje wel zou uitleggen ...

we kenden elkaar al langer dan vandaag, dus verbaasde hij zich nauwelijks, liet anderen op zoek gaan naar de weggeraakte (en waarschijnlijk in de bovenkamer goed weggemaakte) derde persoon en vergrootte/verkleinde de door anderen niet te betreden zone ... maar daar wachtte ik niet op, want ook in terug te draaien tijd tellen alle sekondes ...

de drie verstandige hoeken hadden zich zo goed mogelijk schrap gezet om mee te bewegen op de weeromstuit­golf, maar de vierde hoek had geprobeerd om verder van zijn verantwoordelijkheid weg te kruipen, dat zou pijn gaan doen, en daar kon ik niks aan veranderen, sommigen leren alleen op die manier ... nu eerst die twee mensen in remix vinden, vermoedelijk een vrijend stel, wat in dat heden hun eigen oerknal aan het meemaken was, daar in ieder geval in terugdook, maar daar met geen mogelijkheid iets van zou weten te herinneren, als ik het proces een kwartslag onder nul-kelvin in een ellipsoïd terugjaag ...

intuïtief (en gebaseerd op een paar eeuwen ervaring) zocht ik hen in het voorbije midden van de kamer, op centrale plekken van de zes ingekolkte wanden van de plop-kist en voorzichtig bracht ik die niet-massa's aan zelf-opwindende morfeenkabels naar elkaar toe, tot de hitte een witgat vormde, waar de rest van de kamer zich in terugplooide, zelfs die ene verzuurde hoek, maar die gilde het uit van pijn en angst ...

tijdens hun tocht naar ooit had het stel alle wanden van de kooi bevlogen, maar nu, bij de terugkeer vonden ze zich bij de zoldering terug - wat lastig was, toen de zwaartekracht weer mee ging spelen, maar daar was ik immers voor, om nodeloze ongelukken te voorkomen - bij de terugkeer van hun bewustzijn, ondergingen ze het orgasme van hun leven, maar helaas voor hen kwam het geheugen pas later op gang, toen ze diep in slaap, de laatste rimpelingen van de teruggesprongen dimensies ook niet meekregen ...

hun ontwaken was overigens niet helemaal zoals het hoorde, bij de eerste oogopslag bleek dat ze elkaars linkeroog hadden en de helft van elkaars hersenen, ook kwa belangstelling in aan te trekken kleding bleek er wat te zijn veranderd, maar dat viel pas enkele dagen later op, toen ze uit het ziekenhuis ontslagen waren (voor mij is dat allemaal gisteren, dat lijkt me duidelijk, jou ook?) - de grootste verandering wordt in juli pas zichtbaar, hij blijkt zwanger en ontwikkelt pseudoborstweefsel - na de bevalling in december legt zij het kind aan ... in 2018 ... nee, genoeg is genoeg, eigenlijk al te veel ..
 

in reaktie op een opmerking van een door jullie niet gehoorde aangever mompelde hij, dat dat zomaar zou kunnen, terwijl hij een slok alweer koude koffie in de bek liet ronddansen om z'n gebit op kleur te houden, maar nee, iedereen weet dat roofdieren het meest gebaat (hmm, met een -d- kan dat ook) zijn, dat is, het langst gezond (weer zo een, van zon of niet-ziek), speels, woest en alert blijven, bij een voortdurend op de loer liggend hongergevoel, in stand gehouden door onregelmatige voeding in wisselende hoeveelheden, van aangepaste samenstelling en gevonden op onvoorspelbare plaatsen ...
hopsakee, alweer een sinopsis voor een wetenschappelijk te onderbouwen promotie-onderzoek in het kader van de vergelijkende gedragswetenschappen, voorzien van enkele navrante voorbeelden als, ik noem maar wat, die oppasser in opleiding, die er niet in slaagde af te studeren, omdat hij vergeten was zich te vergeuren als dor pampagras, en hoe een ander daar, weliswaar met een nat pak en een enge waterziekte, wel mee weg kwam door een betere keuze van tijd en plaats en een holle rietstengel om adem door te halen ...
ach, tijd, die hadden we nooit moeten vinden, denken in seizoenen is zoveel rustgevender (ergens, een tiental woorden terug, spaarde ik drie letters) uit ...