Het verdelen van een meer-let-ter-gre-pig woord over twee regels. Over het algemeen past men dit zo weinig mogelijk toe, omdat het de tekst er al gauw slordig laat uitzien. Zogenaamd ongeoorloofde afbrekingen zijn lettergrepen van 1, 2 of 3 letters (E-rasmus, Ci-cero, distribue-ren). Persoonsnamen en getallen worden niet afgebroken; ook wordt aantal niet van soort gescheiden (500 m²). Samenstellingen worden op het verbindingspunt geknipt. Voor- en achtervoegsels mogen over het algemeen wel van het hoofdwoord worden gescheiden (ook al bestaan die soms slechts uit twee of drie letters, het wordt echter niet als fraai beschouwd en dient slechts in noodgevallen te worden toegepast).
Sommige auteurs zetten in hun manuscripten dat het zetwerk wel afgebroken mag worden, maar dan bijvoorbeeld nooit in meer dan twee elkaar opvolgende regels. Vaak is afbreken te voorkomen door de tekst op een andere manier te spatiëren. Nimmer mag het laatste woord van een pagina worden afgebroken om op de volgende bladzij met de resterende lettergrepen verder te gaan. ('afbreken' niet te verwarren met 'afkorten'.)