staande en uithangende cijfersDit zijn tekens waarin getallen worden weergegeven. We onderscheiden in ons taalgebied de Romeinse en de Gewone of Arabische cijfers. De Romeinse cijfers worden tegenwoordig eigenlijk alleen nog maar gebruikt in diploma's, voor het pagineren van het voorwerk en het benoemen van de hoofdstukken of afdelingen van een boek, en achter de namen van koningen, keizers en pausen (Willem de Zoveelste). De bekendste zijn I (1), V (5), X (10), L (50), C (100), D (500), M (1.000).
De Arabische cijfers (1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 0) kennen we in twee soorten: De Staande, Lijnende of Tabel-cijfers, en de Uithangende of Mediaeval-cijfers. De laatste passen beter in een tekst. (zie verder: Fibonacci in de bijlage over de Gulden Snede)