Het door middel van druk vermenigvuldigen van teksten, afbeeldingen en dergelijke. Er zijn een beperkt aantal systemen van drukken: (1) Hoogdruk, ook wel boekdruk of typografie genoemd, (2) diepdruk, (3) vlakdruk, en (4) doordruk, of zeefdruk, waarbij deze laatste volgens sommigen geen druktechniek is, maar een sjabloneer-methode. De reliëfdruk is een kombinatie van hoog- en diepdruk. De thermografie kan in hoogdruk en vlakdruk worden uitgevoerd. De groep matrixprint, inkjet, laserdruk zijn de laatste vindingen op het gebied van hoog- en vlakdruk, waarbij de computer als opdrachtgever fungeert. Die zal ik in dit boek niet behandelen. Ook andere vormen van digitaal drukwerk komen niet ter sprake.
Bij hoogdruk wordt een afdruk gemaakt van de inkt op het (verhoogd aangebrachte) oppervlak van zetsel en cliché's (zie: letter, cliché). Bij diepdruk wordt een afdruk gemaakt van het (verlaagd uitgespaarde) oppervlak van de drukplaat. De dunne inkt wordt over de drukplaat uitgesmeerd en het teveel wordt afgerakeld. Bij vlakdruk wordt een afdruk gemaakt van de inkt die is aangebracht op het waterafstotende deel van het oppervlak van de drukplaat. Bij doordruk wordt een afdruk gemaakt door het niet afgedekte deel van een opgespannen gaas. In het hoofdstuk drukmethoden zal ik per hoofdgroep de druktechnieken uitwerken, met waar mogelijk een verwijzing naar het gebruik ervan. (zie ook: geschiedenis van de boekdrukkunst)