In de degel:
De likrol, tevens eerste distributierol, wordt afgesteld door het op- of neerdraaien van de klossenbaantjes ter weerszijden van de inktcilinder, en wel zo, dat de likrol precies voldoende inkt meekrijgt voor één afdruk. De distributie- en letterrollen zijn verend opgehangen, daar valt niet vaak wat aan te stellen (hooguit de veren wat strakker of losser). De letterrollen worden gesteld door de rollenbanen aan de zijkanten van het drukfundament zo af te stellen dat de letterrollen hun inkt gelijkmatig kunnen overdragen.
 
In de cilinderpers:
De opdraagrollen worden, ingeïnkt, een voor een, op de schoongemaakte inkttafel op hoogte gesteld: Bij het aan- en weer afzetten op de inkttafel, dient daarop een inktstreep van ongeveer een halve centimeter zichtbaar te worden; is de streep smaller, dan zal de vorm onvoldoende worden beïnkt; is de streep breder, dan staat de rol te zwaar, waardoor clichés stootkantjes te zien zullen geven, rasters zullen vollopen, en lijnvormen zullen de rollen beschadigen. De letterrollen dienen een voor een door middel van stelschroeven te worden afgesteld, met papierstrookjes aan de zijkanten tussen vorm en rol als controlemiddel. Om de letterrollen, als ze eenmaal gesteld zijn, zo te houden, moet niet vergeten worden de contra-moertjes stevig aan te draaien.