Taalwerkvormen zijn onder andere: Vertelrondes, tweetalgesprekken, kringgesprekken, interviews, lijstjes, associatie-opdrachten, woordvelden, (her)schrijfaktiviteiten, geschreven dialogen, aan regels gebonden teksten (zoals gedichten), wat niet al.
Als proces-aanjager kan gebruik gemaakt worden van teksten en beelden van anderen, zoals prentenboeken, dichtbundels, artikelen uit (buurt)kranten of tijdschriften, affiesjes, reklame-folders, op het internet bij elkaar gezocht materiaal enzovoort.