Voor de verwerking van je teksten/beelden kun je kiezen uit een aantal drukwerkvormen: Je kunt vermenigvuldigen door middel van stempels (letters of vaste vormen), ander materiaal voorzien van reliëf, sjabloons, vloeistofduplikator, wringer, limograaf (met of zonder gaas), zeefdruk, en (aangepaste versies van) rol- of proefpers en stencilmachine.
Daarbij kun je verschillende soorten inkt, verf of aan een medium gebonden pigmenten gebruiken. Je afdrukken kunnen terechtkomen op papier, stof (geweven of gebreid), kunststof, glas en andere min of meer vlakke dragers (zoals planken en muren).
Voor het uitvoeren is weinig tot geen voorkennis vereist. Om die redenen spreken we liever van werkvormen dan van technieken: Om een herkénbare tekst te kunnen maken, volstaan bekendheid met het alfabet, letterstempels en simpele motorische vaardigheden, voor leesbaarheid dient minimale taalkundige kennis (al dan niet bewust) aanwezig te zijn - waar 'apparaten' ingeschakeld worden, zijn summiere uitleg en simpele instrukties meestal voldoende.