De eerste versie (roepnaam balk) bestond uit een stuk kabelkoker en zestien stevig vastgeschroefde draadeinden – het ding nam veel ruimte in (bij het vervoer zeker) en maakte het werken aan twee limografen onmogelijk (linker prent) of in ieder geval niet echt tot een pretje (rechts) – er moest wat anders komen.
De tweede versie (pinnenplank) nam de ruimte in van nog maar één van de middelste limografen, maar woog meer – tijdens het vervoer was de dikke plank deels gedemonteerd (links toont de zestien pinnen ingeblikt), om er in werkbare staat uit te zien als op de foto rechts. Niet kalm en voorzichtig omgaan met de tegenoverliggende limograaf zou gemakkelijk tot scheuren in het gaas kunnen leiden (de limo op de foto is bij toeval waarschuwend, maar hopelijk niet voorspellend, voorzien van wondrode inkt).
In de derde (erg naamloze) versie is de zelfstandige opsteker foetsie: harde en zachte rollers worden tussen de limografen opgenomen (als er niet gelimografeerd wordt, vormen de latten lange eilandjes op het werkblad) – in de kar-variant is dat (met maar vier pinnen) tamelijk krap en het geheel is net zo breekbaar als gatenkaas, maar met langere tussenlatten ontstaat er een vervoersprobleem (die passen namelijk niet in de gebruikte stapeldozen) – op de losse tafels kan het (voor zeker zés pinnen) heel wat ruimer en steviger opgezet worden, aangezien die tafels 10 cm breder zijn (of dieper, wat jij wilt) – zie de foto's ter linker- en rechterzij – de onderste foto laat ook een rolopsteker zien, waaraan géén limografen gekoppeld kunnen worden.
Inmiddels zijn we toe aan pinhouder-versie vier (gebaseerd op de breedste van nummer drie, maar met plaats voor twee keer vijf pinnen) - daarvan zijn op dit moment echter nog geen foto's beschikbaar ...