Nog wel niet door mij, maar toch in ieder geval door de fietsbouwer en hij had foto's gemaakt om het te bewijzen. Op de rechter foto lijkt de bak­fiets door vertekening nog kompakter dan-ie al is, met volledig ingeklapte oprijlaan en zo. De fotograaf moet ergens bovenop hebben gestaan, want hij is van normale lengte en dit lijkt bijna vogelperspek­tief (van een klein vogeltje natuurlijk, zoals een mus, niet dat van een zeearend).

Heel voorzichtig vroeg ik hoe lang het nog zou duren voor ik er zélf op kon rijden (omdat het tijd­schema al een paar keer lichtelijk was aangepast). Drie nachtjes slapen, kreeg ik als antwoord. Zo weinig, zei ik heel verrast, maar de fietsbouwer dacht dat ik ironisch was, en voor ik de oprecht­heid van mijn verbazing duidelijk had kunnen maken, beëindigde hij het gesprek, want er moest nog een prototype lang-en-laag met twee achterwielen in elkaar gezet worden en zijn middag­pauze was er ook al bij ingeschoten.

bakfiets met uitgeklapte oprijlaanbakfiets met ingeklapte oprijlaan

onzichtbaar
Dan begint het nu toch wel tijd te worden om na te denken over de versiering van mijn kar met namen en kadertjes en wat er nog meer te verzinnen valt - helemaal niets buitensporigs natuurlijk, er moet wel prettig aan het werkblad gewerkt kunnen worden zonder angst om er met inktvingers vlekken op te maken.
En een paar extra ogen op de zijkanten zullen hopelijk helpen om de omhoog- en dubbelgeklapte oprijlaan in de lucht te houden. Daarnaast nog wat extra grapjes om te allen tijde goed gezien te kunnen worden. Daarbij denk ik niet aan zwaailichten, klapperende vlaggen en sirenes (hoewel die laatste met gezíén worden niet zo gek veel te maken hebben).

hoe meer licht je erop gooit, hoe meer je terugkrijgtwaar de oogjes op moeten letten is hierop niet te zienwel tekst, maar nauwelijks plaatjes

invisibletextandall
Daarna begint het grote rondrijden (na in een paar dagen opnieuw geleerd te hebben hoe ik moet fietsen met al die versnellingen voor- en achteruit, en die -gevuld- zo lompzware bak).

Van mijn oorspronkelijke plan om nadruk­kelijk de verbouwde bibliotheek Tilburg-centrum in te rijden, zal mogelijk niks kunnen komen: de piepende poortjes bij de ingang staan erg krap op elkaar ... maar door de zijdeur naar binnen is lang zo deftig niet.

En als het weer nou maar een beetje mee zou willen werken. De vooruitzichten tonen echter opvallend veel neervallend water (regen, sneeuw, hagel), straffe wind en vrieskou en daarnaast heel weinig zon, bah. Zomer, waar blijf je nou?

Wat ik natuurlijk ook nog moet bedenken, ontwerpen, (laten) bouwen, is een los wieltje om de bak zonder de fiets zelfstandig te kunnen laten rijden (als duwbak zonder eendachtig duikelaars­gedrag, eend-achtig bedoel ik daarmee, niet een-dachtig), en een los voorwiel om van het fiets­deel een heuse fiets te maken, het blijven spannende tijden.

achterwiel met/zonder fietsbakwaggelwieltje aan het fietsgeraamte

Voor dat losse wieltje gebruikte ik net zo'n gewichtheffer als de vier onder de kar-kist-werktafel. Voor de bevestiging aan het fietsframe vond ik met weinig denkwerk al snel vijf alternatieven, waarvan een met twee slangklemmen (en een stukje hout om de goede hoogte te bereiken) het eenvou­digst te realiseren was (en overal rubbers tussen om de lak wat te ontzien).

Alleen kost het aanbrengen en verwijderen me steeds een paar minuten, nou ja, daar gaan we niet echt van wakker liggen. En voor de (vanwege het behoorlijk wat kleinere voorwiel) wat apart ogende fiets plak ik hier (zo gauw ik erop rond kan rijden) een aparte pagina achter, als je het niet erg vindt (om daarop te moeten wachten). Ik (persoonlijk) lijd al een tijdje aan verwachtingsjeuk (scabies anticipatoria) - een geneesmiddel is er niet tegen (er kan vast niet genoeg aan verdiend worden), maar het is gelukkig in het geheel niet besmettelijk - laat mij maar lijden.