in 'nuuws, periodiek voor onderwijs voorrangsgebied tilburg', lentenummer 1988, schreef thony:
De grondwet spreekt van de vrijheid van drukpers en meningsuiting van eenieder. Voor iemand met het nodige geld in de beurs is die vrijheid haalbaar: als die persoon niet zelf uit zijn of haar woorden kan komen, wordt een tekstschrijver ingehuurd, de tekst wordt door een vormgever in een prachtige vorm gegoten en er staan genoeg drukkers klaar om die vorm in elke gewenste oplage foutloos te re-produceren, dit alles tegen behoorlijke betaling natuurlijk.
De minder draagkrachtigen hebben veelal die mogelijkheden niet: zij moeten voornoemde zaken zelf opknappen. Vaak hebben ze bij voorbaat al het idee dat hun vragen of wensen niet de moeite waard gevonden worden, dat er niet naar hen geluisterd wordt. Ze kennen de woorden en wegen niet, worden van het kastje naar de muur gestuurd (geven misschien te snel de moed op) en zien hun wensen in rook opgaan of hun problemen genegeerd, omdat degene tot wie ze zich richten niet de juiste persoon is of hen niet begrijpt of verstaat.
Een Taaldrukwerkplaats nu is een plek waar vrijheid van meningsuiting en drukpers heel konkreet en voor iedereen bereikbaar is.
Een Taaldrukwerkplaats is een werkplaats waar individuen en groepen mensen, kinderen zowel als volwassenen, in staat gesteld worden hun eigen gevoelens, ervaringen, gedachten, verlangens en vragen onder woorden te brengen en te verveelvoudigen, waarbij zij voorzover dat nodig is worden geholpen door de medewerkers van die werkplaats.
De ideeën achter de Taaldrukwerkplaats zijn nauw verbonden met de onderwijsvisie van de Franse pedagoog Célestin Freinet: scholen die werken vanuit zijn methodes worden niet voor niets "school met de drukpers" genoemd.
De eerste Taaldrukwerkplaats ging in de lente van 1976 in Amsterdam open. Nu, twaalfeneenhalf jaar later, zijn er ook al Taaldrukwerkplaatsen in Dordrecht, Den Haag, Rotterdam (2x), Groningen, Utrecht, Midlum, Sneek, Hilversum, Nijmegen, Amersfoort, Alkmaar, Vlaardingen en in Eindhoven is men druk bezig er een op te zetten, terwijl in een aantal andere plaatsen delen van kreativiteitscentra, bibliotheken en scholen zijn ingericht als taaldrukhoeken.
Tilburg ontbrak tot nu toe in dit rijtje. Daar doen we nu wat aan: we hebben een vereniging opgericht met de naam 'proefpers' (waarvan we aan het eind van dit artikel een deel van de statuten citeren), die zorgt voor alle zaken die niet direkt met taaldrukken te maken hebben, zoals het voeren van een sluitende boekhouding.
De schrijver van dit artikel volgde de (bij)scholingskursus Taaldrukken (organisatie in handen van LOKV en Taaldrukwerkplaats Amsterdam). Er wordt naarstig gewerkt aan het opknappen van de materialen die we overnamen van ex-stichting 'woordwerk' en we zijn begonnen met het herinrichten van onze ruimte in de voormalige brandweerkazerne aan het St. Annahof.
In samenwerking met de Openbare Bibliotheek en de Schoolbegeleidingsdienst zullen we het schooljaar 88 / 89 beginnen met een oriënterende kursus taal- en drukwerkvormen, in eerste instantie gericht op onderwijsgevenden (OVG scholen bijvoorbeeld) en medewerkers van buurthuizen.
Taaldrukken is het vastleggen en vermenigvuldigen van de woorden (beelden), waarin iemand zijn of haar ervaringen uit.
Taalwerkvormen zijn onder andere: vertelrondes, tweetalgesprekken, kringgesprekken, interviews, associatie-opdrachten, (her)schrijfopdrachten, geschreven dialogen, aan regels gebonden teksten (zoals gedichten), enzovoort.
In de Taaldrukwerkplaats kun je voor wat betreft de grafische verwerking van je teksten kiezen uit een aantal drukwerkvormen: je kunt vermenigvuldigen door middel van stempels, sjablonen, vloeistofduplikator, wringer, limograaf, zeefdruk, rol- (of proef)pers en stencilmachine.
Wat je rol als taaldrukker is, is erg afhankelijk van met wie je werkt en met welk doel. Laat ik maar een voorbeeld geven: stel er komt een groep kinderen van groep 5 op bezoek. Van hun onderwijzeres hoor je dat er die nacht ruiten zijn ingekegeld van de voordeur en van enkele lokalen van de school.
Voilà, je programma wordt je aangeboden: je kunt het gaan hebben over ongelukken met glas (bal door ruit, frisdrankfles gesprongen, geklapte fietsband, melkfles laten vallen, kortom ieder kind heeft wel een ervaring) of bijvoorbeeld over onverwachte dingen (wakker worden met een dik pak sneeuw op straat, je tante uit Australië overgekomen, uit school thuiskomen en alle huisdeuren in de straat in een andere kleur overgeschilderd zien, enz.) De kinderen en jij praten in tweetallen met elkaar over hun ervaringen met het onderwerp. Je vertelt elkaars verhaal in de groep. Dan schrijft ieder in een paar zinnen het doorvertelde verhaal op, er worden groepjes gevormd, elk groepje kiest uit de geschreven teksten van haar leden een tekst en gaat die op een bepaalde manier vermenigvuldigen en maakt er dan een passende afbeelding bij (of van). De gedrukte produkten van de afzonderlijke groepjes worden bij elkaar gelegd, de groep bedenkt en maakt een omslag, de blaadjes worden tot een boekje verzameld, ieder krijgt haar of zijn exemplaar, een gaat naar de schoolbibliotheek, een naar de openbare ~, korte nabespreking.
De taaldrukker zorgde in dit geval voor een eerste afbakening van het onderwerp, leidde de diverse vertelrondes in, begon ook met vertellen, zorgde voor papier, potloden, onderleggers en het materiaal waarmee werd vermeerderd en waarop werd gedrukt en verder niets. De kinderen deden het werk, hún werk. Dat leidde tot hún produkt.
Achterliggende gedachten bij het taaldrukken zijn dat mensen beter leren omgaan met hun taal en beter voor zichzelf leren opkomen.
Door te spreken over eigen ervaringen bereik je dat er beter geluisterd wordt (goh, die heeft dat ook, zo kun je dat dus ook zeggen), waardoor iemands woordenschat wordt uitgebreid en de taalvaardigheid wordt gestimuleerd (als er naar je geluisterd wordt doe je meer moeite om duidelijk te zijn). De taal waarin je dan schrijft is de taal die je spreekt, een kommunikatiemiddel dus en niet iets om korrekt mee te leren spellen (dat je dat toch leert als je stempelt of boekdrukt en bovendien veel sneller, omdat het ergens over gaat, namelijk over jou, lijkt me mooi meegenomen).
Het verschil tussen de taal waarin je spreekt over de dingen die belangrijk voor je zijn en de taal waarvan de school zich bedient is al een struikelblok voor veel Nederlandstalige kinderen. Groter nog is de kloof tussen de taal die buitenlandse kinderen thuis spreken, de taal van hun Nederlandse leeftijdgenoten en de taal die de school gebruikt. In het praten over hun eigen ervaringen met de Nederlandse taal als voertaal, wordt dat Nederlands funktioneel en snel aangeleerd.
(Bij het onderwijs in de eigen taal en kultuur worden de drukwerkvormen zoveel mogelijk gedaan met middelen uit die eigen taal: Arabische stempelletters, een Turkse tikmachine, enz.)
Doordat mensen in groepjes aan een gezamenlijk eindprodukt werken, ontwikkelen zich saamhorigheid en gevoel voor samenwerking.
Doordat de Openbare Bibliotheek van zelfgemaakte boekjes een exemplaar opneemt, wordt de drempel van die imposante tempel van kennis verlaagd, ten dele weggenomen, een grote bron van informatie komt vrij.
De Taaldrukwerkplaats is derhalve vormend, oefenend, ondersteunend en begeleidend naar groepen en individuen toe, probeert samen met het onderwijs nieuwe taaldrukwerkvormen en andere werkverbanden te ontwikkelen en adviseert bij het kreëren van werkplekken in scholen en buurthuizen.
Namens de Taaldrukwerkplaats Tilburg,
thony van gerwen
(hierachter volgen artikel 1 en 2 van de statuten van de vereniging 'proefpers')
artikel 1 en 2 van de statuten van de vereniging 'proefpers'
------ Naam, zetel, duur en doel -----
Artikel 1.1
De vereniging draagt de naam: 'proefpers' en zal verder in deze statuten genoemd worden: de vereniging.
2. De vereniging is gevestigd in Tilburg.
3. De vereniging wordt opgericht voor onbepaalde tijd. Het verenigingsjaar vangt telkens op een september aan.
4. De vereniging stelt zich ten doel de vrijheid van meningsuiting en drukpers tot een voor iedereen bereikbare vrijheid te maken, in zoverre deze gebruikt wordt om voor eigen gedachten en meningen uit te komen en niet om personen of groepen te belasteren, te overheersen of geld afhandig te maken.
----- Middelen -----
Artikel 2.
De vereniging tracht haar doel te bereiken in een werksituatie die recht doet aan de mentale, emotionele en fysieke belangen van leden, medewerkers en deelnemers aan werk- en leergroepen, middels:
a. het geven van voorlichting over taaldrukken en methodes, werktuigen en andere middelen die daarbij gebruikt kunnen worden, alsmede over reproduktietechnieken.
b. een taaldrukwerkplaats, waar mensen samen of alleen hun gedachten, ideeën, gevoelens, meningen, plannen, akties, grieven, frustraties, wensen en wat dies meer zij en voorzover niet in strijd met het gestelde in artikel 1 lid 4 kunnen omzetten in woord- en / of beeldschrift, drukken en verspreidbaar maken.
Voorzover zij dat wensen krijgen zij vanuit de werkplaats, binnen de mogelijkheden daarvan, taal- en druktechnische hulp.
c. een niet-commerciële drukkerij, die zich toelegt op het verzorgen van drukwerk voor bovenstaande personen en andere personen en instellingen waarvan de visie overeenkomt met het doel van de vereniging en waarvan de opbrengst gebruikt wordt om het edukatieve werk, hierboven genoemd, mogelijk te maken.
d. een niet-commerciële uitgeverij, gericht op het uitgeven van boeken, tijdschriften, vouwbladen en andere schrifturen, waarin op een of andere wijze bovenvermelde doelstelling wordt uitgedragen en waarvan de opbrengst gebruikt wordt om het edukatieve werk, hierboven genoemd, mogelijk te maken.
e. het aanwenden van andere wettige middelen die voor het verwezenlijken van de doelstelling bevorderlijk kunnen zijn.
voorlopige invulling kursusbijeenkomsten 'taaldrukken'
(terug) naar onvolledig aktiviteitenoverzicht van de taaldrukwerkplaats