staarder naar staaf (soms: welke dan ook - zie verder: staafstaartaap);
tijdens (zeer gewenste) aktiviteiten (toch behoorlijk) angstvallig ploeteren;
geluid van sleepvoet tijdens dans;
langklinkerige strokenband;
langneuzig hoefdier zonder gang.
de naar buitenloopsigheid van een enkel theoloogtype;
danseressen weten er ook weg mee;
stoffen pop van kunstig zijden vouwwerk;
voetenwerk geschilderd op voorsteven van bespannen roeibootframe.
bij gebrek aan onderwerpen;
lamsrug eten van het schaap;
golvend restaurant met gegolfd servies stimuleert opwaartse samentrekkingen middenrif en slokdarm (zie ook: 'koksen');
telefoon aan tafel;
schrijvend glas met sjans;
vleesopsnijder;
wildbluffer;
onbeduidend bolstaande plaat (hout, steen of metaal) waarop iets staat;
kleurstelling;
kleurstelligheid;
taffigheid als natuurlijk ervaren;
onbeweeglijke tanguero;
statige lichaamsverdraaiing zonder d'akkendans.
uitgeworpen kleurenleer (maar dan ongelooid natuurlijk);
taffigheid als natuurlijke ervaring verteren;
plaats van vertering van natuurlijke ervaringen;
een van de (meestal gepaard gaande) bijtende ledematen;
tanguero gevangen in te snelle milonga (met als gevolg vaak een stevig buikverloop);
in 'haar op de tandarm hebben': zelfs slapend bijt die je door de strot heen.
openingspas bij gepassioneerde tango: nadat hij haar de roos heeft aangeboden, neemt hij (m/v) die tussen de tanden en haar (v/m) in zijn armen;
ook: de bloem zelf die met bijtmerken - uiteindelijk meer niet dan wel - in een vaas terechtkomt, alleen, als kroningstrofee, op haar nachtkastje;
soms, dankzij de debiele spellingsherzieningen van 1995 en 2005, ook gespeld als tandenrosie.
in 'zijn tanden laten zien':
bij ergernis of het ruiken van externe sekretie (inz. die van het besluit van darm en blaas) de lippen op- en neerkrullen, en heel zachtjes binnensmonds grommen (komt vooral bij katachtigen voor - zie ook: 'hoogkrulling');
in 'je tepak afschuiven': in volle bewustzijn je ontpakken, lijkt heel onverantwoordelijk, maar het gebeurt toch alleen maar als je weet dat het goed zit;
in 'je tepak verschuiven': niet de hele moeite doen van ontpakken, maar (slechts net zo veel als nodig is voor een heerlijke realisering,) meestal niet meer dan de halve;
in 'in je tepak schuiven' of 'in je sampak kruipen': na de realisering nog even bij elkaar nagonzen;
in 'in je tepak duiken': er na ontpakking (en hopelijk een genotstrelende speloering) achter komen dat er in het buitenbossige tergende warmteloosheid heerst.
tot elke rijs;
tegen elkaar roepen (ook op afstand);
in 'ter kimme neigen':
in 'ter letter leggen':
in 'ter stond':
en dat is niet belegen bedoeld
transporterend grimmig genetarief;
tergend goede gezondheid;
omvormend samenvattende taalleer;
thans geen gehoor (gevend).
zo moet ie verwarmen, en anders is ie stuk (zie ook: 'kastandje');
gaten in ijs happer;
een opgericht driftleven hebben;
warmtemeter met graadverdeling die op gewenst punt is aangekomen;
daar hoeven we ons niet mee bezig te houden, we hebben wel wat beters te doen;
het iemand gunnen, en het dan ook verstrekken / doen toekomen;
soms gun je het iemand zo vreselijk hard, dat die ander een wereld tussen jou en zichzelf zou willen werpen, en als je nou maar wist waarom, dan zou je, ach wat, wat zou je dan anders ...
waar grips is, vatten;
dan krijg je ineens de geest, en maak je een beeld van haar, nee geen plat plaatje, zoals een lichtbeeld of handgetrokken, maar een staand of liggend, precies zoals ze zelf echt is, voor als ze er niet echt zelf is.
als het vermoeden bestaat dat een bepaalde zaak / taak zwaar zal worden, krijgt iemand een toeschouder, een hulpje om er onder te zetten, zoals vroeger ook harten onder je riem werden gestoken, maar wie draagt er tegenwoordig nog een riem (bovendien is er sinds 1997 ook nog de wet tegen het vrijelijk vervoeren van vitale lichaamsdelen);
toekijken en geen poot uitsteken, omdat je
nogal omwonden bent met kabel, of tape, of
je geen poot vrij hebt,
je geen poot hebt,
je je poten toch al niet thuis kon houden, dus wie verhindert jou je eigen vergrijpen aan wat mooi is.
waar beets is, happen (zonder lossen);
waar begrip is, bevatten;
als het bit zo heftig is, dat flarden mondmaat uit je bek komen, ben je meestal te ver gegaan;
in 'het touwen niet kunnen laten', van twee eindjes geen knoop kunnen;
in 'het touwen niet kunnen laten', bij katten vezelt het te veel;
in 'het touwen niet kunnen laten', weten dat je moet winnen, maar niet waarom;
bereid zijn de leer van het slaag geven uit te dragen;
heel snel duwen, over de rand van de hoed;
omdat ìk het wil, klim jij, òngetwijfeld.
testpersonen, testen of getest worden, dat is de vraag;
ter plekke sterven / stampvoeten;
te popi stroomlijning;
tempus placet sinanthropus, dat was nou het enige wat de oermens beviel, de tijd, de beschikbare hoeveelheid daarvan en de tijdgeest;
tempestas / temptatio purigat seductorem / seductricem, of ook wel: tempestatem / temptationem purgat seductor / seductrix, de storm van de verleiding reinigt de verleid(st)er, of omgekeerd, tòch.
lijkt zo leuk, maar ik zou er nooit aan beginnen;
het leek zo leuk, maar ik zou er nooit aan begonnen zijn als ik het vantevoren geweten had;
hoeveel steekjes los, zei je?
soms met gemiste gaten;
van de draad gevallen;
heeft doorkijk als toekomstperspectief;
ogenschijnlijk gehecht aan, gevormd naar en gericht op het bovenlichaam dat het omvat;
was ik de uwe, wij hielden ons warm.
korte, tikkende rondslag (vandaar ook in herhaling);
stekende aankondiging (slaapverwekkend, bij voorkeur te vermijden);
lieverd, ontspan je even, het is geen wedstrijd.
je weet wel, zo iemand die ook liever een strak t-shirt had gedragen vanwege de kijkcijfers;
onverwachte konfrontatie na het afschuiven van het tepak (dat kan beter);
blaft niet en houdt trouw de wacht, ondanks stoffige verwaarlozing;
zag jaren uit door raam (vanaf hoge boekenstapel), maar wrong zich stil uit beeld.
veerkrachtig en snel ritme van de vingers op en over de huid, waarbij je denkt te voelen dat het niet buiten, maar in je lichaam plaatsvindt;
het op en neer springen van je gevoel bij aanraking.